Ping Pong anyone?

Misschien een beetje mosterd na de maaltijd aangezien ik alweer een weekje thuis ben, maar ik wil toch mijn laatste weken Thailand nog even opschrijven

Het begon allemaal weer terug in Bangkok na een uitputtende reis door Burma. Nietsvermoedend liep ik door Rambuttri (na Kao San road het meest door toeristen bevolkte gebied in Bangkok), hoor ik ineens mijn naam. Is het Steve, mijn reisbuddy uit Burma. Volgens mijn berekeningen had hij al lang en breed in India moeten zitten, maar een grote, hele grote wond op zijn been had ervoor gezorgd dat hij langer in Burma moest blijven. Motorongeluk. De dag nadat wij afscheid genomen hadden in Mandalay, is hij met de motor gevallen en heeft hij dagen in zijn hotelkamer moeten doorbrengen. Steve had in Bangkok inmiddels vrienden gemaakt met Tom, vers ingevlogen vanuit Nederland en die twee hadden wel zin om de beroemde pingpong shows eens te gaan checken. En nee, dit is geen pingpong waar je een pingpongtafel en bijbehorende battjes voor nodig hebt. De Thaise dames hier doen heeeele andere dingen met pingpong ballen. Of met kaarsen. Of met scheermesjes, balonnen, dartpijlen, pennen, en waar ik zelf getuige van was: een trompet. (oma, ik leg het nog wel een keer uit). Eerst protesteerde ik nog voor de vorm ‘denegrerend voor vrouwen etc’, maar ik was eigenlijk toch wel heel nieuwsgierig. Een tuktuk bracht ons naar Patpong, het red light district van Bangkok. Bij iedere bar kreeg je voor de deur een keurig gelamineerd menu met alle spijzen erop: candle pussy, banana pussy, flower pussy, bottle pussy, pussy galore! Toen we twijfelden werd ons verteld: “you look 2 minutes. you no like, you go, you no pay” Dat klonk goed in mijn Nederlandse oren, dus wij naar binnen. Daar werden we in een hele schemerige bar getracteerd op erg onaantrekkelijke, zeer verveeld uitziende dames die op een trompet bliezen met hun beneden-lippen en werd de sfeer een beetje grimmig toen we geen 200 baht biertjes wilden kopen. Niet zo gezellig. Dus zijn we weer naar buiten gevlucht terwijl een klein Thais mannetje achter ons aanrende en schreeuwde dat we moesten betalen. (niet gedaan uiteraard). Uiteindelijk een wat beschaafdere bar binnengegaan waar de dames hun beneden-lippen in een keurig bikinibroekje gehesen hadden en ongeanimeerd aan het dansen waren op een podium. Wel weer hele dure biertjes, maar een ineteressante avond. Vooral toen een van de dames heel gezellig bij ons kwam zitten en Steve voor de grap ging onderhandelen over een prijs: alle dames waren namelijk voorzien van een nummer zodat je met je favoriet tegen betaling een romantisch onderonsje kon hebben. (en dan maar hopen dat het geen Ladyboy is) (ahoewel je dat wel had kunnen zien in de miniscule bikini’s)

bangkok11

bangkok21

in de tuk tuk

Na deze bewogen avond Bangkok, met de nachtbus naar het zuiden van Thailand vertrokken voor rust en zon. Over (nacht)bussen in Zuid-Thailand doen heel wat horrorverhalen de ronde: er zou ’s nachts bedwelmend gas de bus ingespoten worden waarna iedereen de volgende ochtend na een erg diepe slaap de bus verlaat met wat minder centjes op zak. Of je tas zou worden doorzocht in de bagage-ruimte onderin de bus. Dat laatste is sowieso waar, want ik heb meer dan eens mijn tas na een lange busreis uitgepakt en de inhoud in een andere volgorde aangetroffen.

Eerste stop in het zuiden: Koh Sok National Park. In de bus Engelsman Richard ontmoet en samen op zoek gegaan naar een slaapplaats. Richard was nog niet zo lang op reis en ook niet gewend aan mijn ‘basic-style’ (met andere woorden: zo goedkoop mogelijk) dus koos hij voor een luxe bungalow met echte stenen muren en een warme douche en ik voor een bamboehut met tuinslang. Scheelde toch de helft van de prijs! Samen met hem een trekking gedaan naar het meer van Koh Sok. Veel ‘trekken’ kwam er niet aan te pas, het was meer in een bootje zitten of kayakken. Hoogtepunt was een Indiana Jones achtige grot waarvan delen onderwater stonden zodat je met je zaklamp in je mond stukken moest zwemmen terwijl je je aan een touw vasthield. Dieptepunt was het bekijken van de ‘zonsondergang’ die begon met onheilspellende donkere wolken die boven ons bootje samenpakten en eindigde met een onweersbui zo heftig dat iedereen tot op de onderbroek doorweekt was. Toen ik in Bangkok mijn tas aan het pakken was voor het zuiden had ik even het plan om mijn regenjas achter te laten, ik ging tenslotte naar de zon, maar tegen beter weten in toch maar mee genomen. Nou gelukkig maar, want ik heb mijn regenjas nog nooit zoveel aangehad als in die laatste weken Thailand! Man, het was alsof alle regen die ik in die voorgaande 4 maanden gemist had, me nog even inhaalde voor ik naar Nederland zou gaan

de 'zonsondergang'

de 'zonsondergang'

kohsok_regen21

levert wel mooie foto's op

de drijvende hutjes waar we in sliepen op het meer

de drijvende hutjes waar we in sliepen

tanden poetsen bij het hutje

tanden poetsen bij het hutje

kohsok_boot

kohsok_meer

Na deze mooie, maar vochtige ervaring, de nog natte kleren ingepakt en naar Krabi vertrokken, want daar zou de zon toch echt schijnen! De busreis naar Krabi was al weinigbelovend. Terwijl we zaten te wachten op een aansluiting, barstte het weer weer los en zagen we dat ook Thaien poncho’s dragen:

regen1

regen21

In Railay beach/Hat Ton Sai bij Krabi de dampende kleren weer uitgepakt, iets aangetrokken dat niet zo heel erg rook alsof er micro-bioculturen in aan het groeien waren en de dagen daar doorgebracht met eten, wandelen, en zee-kayakken. De stranden en jungle waren tussen de onweersbuien door echt schitterend. Enorme lime-stone cliffs die uit de zee oprijzen. En ach het heeft wel wat gezelligs, van die stortbuien op je golfplatendakje. Helaas was Richards dak niet helemaal waterdicht en stroomde er permanent een rivier door zijn bungalow. Regen zorgt in ieder geval ook voor veel kikkers. Eerst dacht ik dat er een kudde koeien naast mn hutje stond, bleek het een groepje luidruchtige bullfrogs te zijn die een soort loeiend, burpend geluid maken. Een van die kikkers had zich comfortabel gemaakt in een vuilniszak die ik als regenjas gebruikt had en al 3 dagen in mijn hutje lag. Toen ik mijn tas aan het pakken was voor de volgende bestemming viel het arme uitgedroogde beest uit de (bij nader inzien toch niet zo comfortabele) vuilniszak halfdood op mijn voet. Ik schrok zo hard dat ik het dier bijna lanceerde. Denk dat de kikker meer geschrokken was dan ik.

tonsai2

tonsai12

tonsai_uitzicht1

zee kayakken

zee kayakken

Op een boot vol teddyberen naar het eiland Ko Jam. Richard was er intussen achtergekomen dat lowbudget toch wel the way to go was, dus op Ko Jam ging ook hij voor de bamboehut. Deze had wel een hele speciale douche: de douchekop bestond uit een lege waterfles en dat maakte douchen (bij kaarslicht: geen electriciteit ’s avonds) een aparte ervaring. Verder was er op het eiland geen ruk te doen en dat was precies waar ik voor gekomen was. Beetje naar de zonsondergangen gekeken (hier ook gepaard met onweer, maar wel echt supermooi), gesnorkeld, gelezen, op een scooter rondgereden en de lokale cuisine geprobeerd. Maar nog steeds niet op het strand liggen bakken. Het snorkelen ging op z’n Thais: de maskers waren niet waterdicht en liepen steeds vol water, snorkels zaten niet aan de maskers vast en donderden in het hele diepe water waarna iemand ze moest opduiken en er waren niet genoeg zwemflippers. Maar verder was alles goed geregeld.

kojam1

Moet je je voorstellen dat er in die donkere wolk rechts een onweersbui plaatsvindt

En dan moet je je voorstellen dat er in die donkere wolk rechts een onweersbui plaatsvindt. Supermooi.

kojam_douche

plassen bij kaarslicht

plassen bij kaarslicht

eet smakelijk.

lokale cuisine

Mijn laatste bestemming was het eiland Ko Phagnan, beroemd en berucht om z’n full-moon parties. Richard ingeruild voor twee Canadezen die ik ervan overtuigd had dat op Ko Phagnan de zon écht zou schijnen. Dat was ook waar. De eerste twee dagen. Daarna had de regen mij alweer gespot en kwam het al snel met bakken uit den hemel. Serieus, mensen die al langer op Ko Phagnan waren zeiden dat het droog was totdat ik kwam. Een vriend van me, John uit Leeds, mailde me dat hij een huis huurde op het strand aan de andere kant van het eiland en dat leek me wel wat. Kon ik me ook uit de voeten maken bij die Canadezen die niet heel erg blij waren. Ik wist dat John een yogacursus aan het doen was, maar dat ik terecht zou komen in een soort yoga sekte had ik niet helemaal verwacht. Ik had een dagje meegelopen (proefles was tenslotte gratis) en nog nooit zoveel mensen met dreadlocks en fladderende gewaden bijelkaar gezien. In bepaalde zaken geloof ik wel: energiestromen in en rond je lichaam en de helende werking van yoga, maar als ze het over parallelle universums gaan hebben, haak ik af. Sommige mensen namen het allemaal zo serieus dat je gesprekken had als deze: ‘ga je nog een toetje nemen? Ze hebben hier namelijk ijs’. ‘Nee, want mijn water-element is heel hoog en het heeft vandaag geregend dus het lijkt me niet verstandig om ijs te eten’. Nou dacht ik bij mezelf, ga jij het even zwaar krijgen met dit weer. De water-element jongen dacht dat ik veel vuur-element in me had. Hij baseerde dit op het feit dat ik van pittig eten hou en veel chilipoeder gebruik. Klonk een beetje als wijsheden uit de Libelle. Deze huis-, tuin- en keukengoeroe had ook mijn hand gelezen en gezegd dat ik erg creatief ben. Ja, nadat ik hem verteld had dat ik grafisch ontwerper ben. Er gingen geruchten dat de yogameesters een favoriete (vrouwelijke) leerling uitkozen en daar nog wat prive ‘yogalessen’ mee deden. En toen ik hoorde dat de swami (spiritueel leider) je kon inwijden in de Tantraseks door met hem naar bed te gaan (de swami was een soort Urbanus met bril) vond ik het helemaal een beetje dubieus. Goed, het was allemaal niet zo heel zwart-wit zoals ik het hier opschrijf, maar ik vind wel dat je kritisch moet blijven. Ik heb er wel wat aan gehad hoor, yoga is een goeie manier om mijn hele beperkte concentratie vermogen wat op te krikken. En weet je wat de beste manier is om je concentratie te oefenen volgens de Agama yoga meesters? Staren naar een pingpong bal. Multi purpose dingen die pingpong ballen..

uitzicht vanuit Johns huis

uitzicht vanuit Johns huis

uitzicht 's avonds

uitzicht 's avonds

ja en daar is ie dan, dé strand foto. (het was dus ook echt wel mooi hoor af en toe)

daar is ie dan, dé strand foto. (het was dus ook echt wel zonnig hoor. Af en toe ;-)

Ben dus nu al weer een week thuis. Na 139 dagen, 4 landen, ruim 40 steden en 64 hotelkamers kan ik concluderen dat het echt een suuupermooie reis was volgepropt met avonturen, ontmoetingen, ervaringen en lekker eten, maar het is ook goed om weer in Utrecht de zijn! De afgelopen week heb ik genoten van het prachtige lenteweer, boterhammen met pindakaas en roseetjes op het terras. En naast het feit dat ik weer gewoon water uit de kraan kan drinken zijn de volgende dingen ook heel fijn:

ik mag wc papier weer gewoon in de wc gooien | er is überhaupt wc papier | bum-showers zijn verleden tijd (minidouche om je reet mee schoon te spuiten) | ook hurktoiletten zijn verleden tijd | de douche heeft warm water | ik kan weer witte handdoeken gebruiken zonder smoezelige vlekken achter te laten (had te maken met het koude water, daar sta je toch wat minder lang onder en je slaat bepaalde delen maar helemaal over) | geen kei-harde traditionele muziek of karaoke in de bus (moet je je voorstellen dat je in lijn 12 zit en de buschauffeur ineens Frans Bauer aanzet) | en voorlopig geen rijst meer!

Maar  het was een GEWELDIGE reis!

Burma in 26 dagen en 3151 woorden

Reizen is inspirerend, avontuurlijk en soms zelfs adembenemend, maar af en toe vraag je je af ‘waarom doe ik dit eigenlijk?’. Als je bijvoorbeeld achterin in een jeep op een zak aardappelen gedrapeerd ligt met een sjaal om je mond geknoopt tegen de stofwolken terwijl de Burmese versie van “We’re going to Ibiza” van de Vengaboys uit een krakende speaker bleert. Op de bankjes in de jeep kon je niet zitten, want de weg was zo ongelooflijk slecht dat je constant van de zitting af viel of je hoofd tegen het metalen dak stootte. De inwoners van het bergdorpje Namhsan keken op z’n zachts gezegd vreemd op toen er een stoffige jeep met vijf, inmiddels Oempa-Loempa kleurige toeristen binnen kwam rijden. Ik ben serieus in mijn hele leven niet zo goor geweest (en dat is inclusief mijn trekking in Nepal toen ik 5 dagen niet kon douchen). Zie hier de foto’s voor en na:

voor..

voor..

tijdens..

tijdens..

na!

na!

De rit was op z’n zachts gezegd oncomfortabel (een medereiziger dacht zelfs dat ie een hartaanval kreeg door het hevige schudden. Hij had waarschijnlijk een spier verrekt had door het krampachtige vasthouden. Hij bleek nogal een ‘high-maintenance” reiziger te zijn: hij was of misselijk, of moest plassen of dacht dat ie een hartaanval kreeg). Maar de beloning was des te groter: het prachtige dorpje Namhsan is zeer ansichtkaartwaardig. Dat het stadje krioelt van de militairen, dat het waarschijnlijk een opium-imperium is (die twee hebben nogal met elkaar te maken) en dat we gedwongen werden om in een door de overheid gerund hostel te verblijven, deed niks aan de ervaring af. Alle andere guesthouses waren door de overheid gesloten vanwege ‘licence’ problemen. Waarschijnlijk bullshit. Waarschijnlijk wil de overheid gewoon precies weten wie er in het dorpje verblijft en wat ze aan het doen zijn.

Namhsan

Namhsan

uitzicht omgeving Namhsan

uitzicht omgeving Namhsan

a_namhsan2

a_namhsan3

kids in de bergen bij Namhsan

kids in de bergen bij Namhsan. De 'schminck' die je op hun gezichtjes ziet is Tanaka, een soort boomschors die ze hier gebruiken als gezichtsverzorging en zonnebrand.

Burma (of Myanmar, maar ik prefereer Burma, klinkt romantischer) is een prachtig land vol open en gastvrije mensen maar af en toe schemert die duistere kant door het mooie plaatje heen. Het zijn kleine dingen (op de met M-22 patrouillerende militairen na, die zijn niet zo subtiel): Als je op internet je hotmail wil checken krijg je steevast een pagina met ‘access denied’, hetzelfde geldt voor deze blogpagina. (Gelukkig weten ze in de internetcafe’s die blokkades te omzeilen) Ander voorbeeld: In Yangon (de hoofdstad) liep ik nietsvermoedend langs de rivier een straatje in waar wat mensen aan het voetballen waren, beginnen ze te gebaren dat ik niet verder mag lopen. Ik dacht dat ze en grapje maakten, dus ik liep gewoon door, komt er een gast al roepend z’n huis uitrennen: ‘no tourists, no tourists, go, go!’. Ok, ok ik ga al. Geen idee waarom ik daar niet mocht komen, maar er blijken wijken te zijn (en hele delen van Myanmar) waar toeristen niet mogen komen, of alleen met speciale toestemming. Het straatje was nogal armoedig, dus misschien wil de overheid niet dat toeristen dat zien, maar heel Yangon is armoedig. Yangon is een soort Dehli meets oost-Berlijn, een Aziatische oostblokstad. Het schreeuwt vergane glorie: oud-koloniale gebouwen die helemaal door schimmel en uitlaadgassen zijn weggeteerd, straten vol ouwe witte rammelende Toyoya’s (het Burmese Trabantje), kluwen electriciteitsdraden die over de straat hangen en betel-kauwende, longhi-dragende (omslagrok) Aziaten. De stad is chaotisch en doet me vooral denken aan India. Het ruikt er zelfs naar India, maar dat is die gore betel-noot die iedereen op de grond uitspuugt zodat het lijkt alsof er op iedere straathoek iemand vermoord is (de betel-noot is dieprood). Zakjes die hier in de bussen worden uitgedeeld zijn niet om in te kotsen (zoals in Laos) maar om die betelnoot in uit te spugen. Allebei even goor. Vooral als je er naast zit. Dat de Britten Burma decennialang gedomineerd hebben is nog te merken aan een aantal dingen: klokken en telefoons klinken als de Big Ben en het stuur in alle auto’s zit rechts. Het achterlijke is dan weer dat ze rechts rijden net als in Nederland (ingesteld nadat de Britten het land verlieten in 1947) wat inhalen nogal een hachelijke aangelegenheid maakt: stel je voor dat je achter een vrachtwagen rijdt en als bestuurder aan de rechterkant zit en het tegemoedkomende verkeer aan de linkerkant rijdt, dan moet je dus heel ver uitwijken voordat je kunt zien of er iets aankomt (en als je in een bus redelijk voorin zit, kun je dat van dichtbij meemaken).

uitzicht vanuit mijn hotel

uitzicht vanuit mijn hotel

 a_yangon3

winkeltje (alle waren worden opgehangen)

winkeltje (alle waren worden opgehangen)

geschilderde filmposter

geschilderde filmposter

chaos in Chinatown

chaos in Chinatown

Ook moet je vaak je paspoort laten zien. Als je een lange busreis maakt (en busreizen hier zijn per definitie lang: je doet gerust 6 uur over 80 kilometer), kom je bijna altijd langs een checkpoint waar je je paspoort moet laten zien. En dan het liefst ’s nachts als je net je een beetje ingedut bent . Dit wist ik niet en tijdens mijn eerste busreis had ik mijn paspoort ergens in mijn grote backpack zitten die bedolven lag onder tientallen andere tassen en andersoortige bagage. Geen probleem; terwijl iedereen netjes de bus uitging met z’n identificatiepapiertje, moest ik me van de buschaffeur achter een gordijntje verstoppen en reed hij heel hard voorbij de checkpoint. En voila, 1 toerist langs de militairen gesmokkeld.

En er zijn bijvoorbeeld ook geen banken of pinautomaten. Tenminste er zijn wel banken, maar ik weet niet wat voor diensten die verlenen. In ieder geval kun je er geen geld krijgen, of travellerscheques inwisselen. Al het geld (dollars) dat je gaat spenderen tijdens je verblijf in Burma moet je dus fysiek bij je hebben. En van oprollen in een sok of een andere manier van verstoppen is ook weinig sprake want ze zijn hier super pietluttig als het op de staat van de biljetten aankomt: alle dollarbiljetten moeten vrij zijn van kreukels en vouwen en als er een klein scheurtje inzit kun je het wel helemaal shaken. Ik ben in een hotel zelfs om een strijkijzer gaan vragen nadat er weer een briefje van 20 was geweigerd. (hadden ze niet). En dan te bedenken dat hun eigen geld de Kyat (spreek uit chat of chas) vaak te ranzig is om aan te pakken en vaak met plakbandjes aan elkaar zit. Geld wisselen van dollar naar kyat doe je in winkeltjes, hotels, reisbureaus etc. Op straat hoor je constant  ‘moneychange?’ ‘Change money?” ‘good price’ uit de monden van de meest onbetrouwbaar uitziende mannetjes komen. Maar op straat moet je nooit geld wisselen, daar proberen ze met allerlei trucs je geld afhandig te maken.

Een laatste ding dat hier typisch is en volgens de Burmesen wijst op militaire aanwezigheid is dat de electriciteit hier om de haverklap uitvalt. Fijn als je net een heel lang mailtje getypt hebt bijvoorbeeld. En je moet voor het slapen gaan alle schakelaars uitdoen, want als je bent gaan slapen in een powercut kan het zomaar zijn dat midden in de nacht de electriciteit terugkomt en dus alle lampen en de ventilator ineens aangaan. (ik spreek uit ervaring). Maar de powercuts horen hier bij het dagelijkse leven. Overal staan ook genarators en iedereen heeft kaarsen bij de hand. Sommige steden zijn heel berucht om de powercuts: Mandalay en Bagan zijn het ergst. Een film kijken (in Mandalay had ik een tv op mijn hotelkamer!) is dan redelijk frustrerend. Het moet een film zijn met een simpel plot want je mist de helft. 

Maar terug naar de jeepride en Namhsan. De bergen daar verkend met plaatselijke gids Santi. We hadden het geluk een Traditionele Palaung bruiloft te mogen bijwonen (de Palaung zijn een van de 150 etnische groeperingen van Myanmar). Ik mocht mijn eigen kleren aanhouden deze keer. Het verschil met de bruiloft in Cambodja was als tussen dag en nacht: deze bruiloft was heel rustig, er werd geen alcohol gedronken, het hele dorp van aanwezig en ademende een hele traditionele sfeer. En ze hadden vegetarisch eten, dus geen koeiemaag! Het lijkt trouwens wel alsof de mensjes alsmaar kleiner worden. Ik voel me hier in Myanmar alsof ik van een andere planeet kom. Maar dat kan ook te maken hebben met het feit dat ze hier toch minder aan witte mensen gewend zijn, wat het verschil tussen de lokale bevolking en de toeristen des te grote maakt.

a_wedding1

a_wedding22

a_wedding3

a_wedding4

Ik heb het de hele tijd over ‘we’ want ik reis vanaf dag twee samen met een Amerikaan die ik in de bus ontmoet heb. Misschien kan ik beter bij het begin beginnen. Vanuit de hoofdstad Yangon ben ik met de bus naar Kalaw (spreek uit Kalo) in het noorden gereisd. In die bus zat 1 andere witte die eigenlijk een andere bestemming had, maar door mijn enthousiaste verhalen besloot om ook in Kalaw uit te stappen: Steve uit Oregon. Amerikaan ten top: spreekt Myanmar uit als Meeanmaahr ipv Mianmar waardoor de mensen hem meestal niet begrijpen. Heeft ook de neiging om harder te gaan praten als mensen niet zo goed Engels spreken (doet ie ook tegen andere toeristen) (niet tegen mij gelukkig).

Kalaw was een verademing na het chaotische Yangon. Het is een klein dorp in een dal met prachtig uitzicht op de omliggende bergen. Naast die prachtige bergen, een kleurrijke markt en een golfbaan (!) heeft Kalaw ook een grot met ongeveer 800 boeddah’s erin. Het gekke is dat ze hier boeddha’s niet alleen eren met bloemen of kaarsen, maar met felgekleurde knipperende discolichten.

a_kalaw1

a_kalaw2

a_kalaw_markt1

a_kalaw_markt2

 Met Steve heb ik vanuit Kalaw een trekking gedaan van drie dagen naar onze volgende bestemming: Lake Inle. Hele mooie voettocht door de heuvels van de noord-Burma. Onze gids mr. Teth bleek ook een hele kundige kok te zijn en in de primitieve keukentjes van de dorpjes waar we onderweg verbleven, maakte hij de lekkerste gerechten klaar. Vergeet stromend water, gasfornuis, koelkast, aanrecht, eh alles zo’n beetje wat wij in onze keukens hebben. Denk: bamboehutje en een open vuur. Terwijl ik  in de keuken gefascineerd zat te kijken hoe mr.Teth patat voor ons aan het bakken was (had eerlijk gezegd nooit ‘live’ een aardappel in patat zien veranderen) en hem Spaans aan het leren was, probeerde Steve buiten buddy buddy te worden met de locals (rum is een goeie manier), want hij probeerde al dagenlang wiet te scoren (wat uiteindelijk nooit gelukt is). De tweede nacht sliepen we in een Boedistisch klooster. Mr. Teth had beloofd dat we daar ook konden douchen. Wat hij niet had verteld was dat de douche in de open lucht was waar heel toevallig constant een groepje novice-monks (monniken in opleiding in de leeftijd van 10 to 20 jaar) rondhing. Je stond weliswaar in een soort douchehok, (muurtje kwam net tot boven mij decoletee), maar vanuit de juiste hoek, kon je zo naar binnen gluren. Ik had dan ook mijn onderbroek aangehouden. Ik heb sowieso mijn twijfels bij heel wat van die monniken. Ze mogen niet drinken, maar ik zie ze wel steeds roken of die gore betelnoot kauwen (helpt bij het mediteren zeggen ze, maar een monnik met zwarte rotte tanden is toch niet echt spiritueel) en ze eten wel vlees (niet erg boeddhistisch). En in andere landen zie ik ze met iPods of mobieltjes rondlopen..

Van uitslapen in het klooster was geen sprake want om precies 05.00 uur ’s ochtend begonnen de monikken met zingen en bidden. Een hele speciale manier om wakker te worden, wel een beetje aan de vroege kant.

a_trekking1

trekking - Steve en mr.Thet

a_trekking2

trekking - mensen onderweg

trekking - mensen onderweg

a_trekking4

trekking - koken

trekking - koken

a-trekkingkoken2

Onze bestemming Inle lake was ook weer supermooi: een groot meer met er om- en overheen allemaal dorpjes, al dan niet op palen. De vissers hier roeien met hun benen in plaats van hun armen: ze staan op de boeg van hun roeibootje en terwijl ze met hun handen het visnet uitgooien, roeien ze staand op 1 been. Het ziet er een beetje gehandicapt uit eigenlijk. Alsof iemand met een houten been probeert te steppen op een step, maar dan dus een boot.

a_inlelake1

a_inlelake21

a_inlelake3

a_inlelake4

a_inlelake5

a_inlelake6

a_inlelake7

markt op t water

markt op t water

Vanuit Inle lake met de bus naar Mandalay. Grote stad, beroemd om marionetten shows, felblauwe minimazda’s, megaveel boedistische monniken EN in Mandalay heb ik de tea-shop ontdekt. Als je hier rondloopt en een caffeetje of winkeltje ziet met een soort kindermeubeltjes dan heb je de lokale teashop gevonden. Ze (meestal mannen, het schijnt voor vrouwen ‘not done’ te zijn om alleen naar een teashop te komen, staat gelijk aan prostitutie. Uiteraard had ik daar geen boodschap aan) zijn gek op thee. Ze hebben er wel 5 namen voor: een algemene naam, chinese thee, Myanmar thee, sterke thee etc etc. Mijn favoriet is ‘Choseh’ oftewel Myanmar thee: hele sterke thee met heeeeel veel melk en suiker, mierzoet dus. En daar hou ik van. Het liefst gecombineerd met Indiaas gebak (soort borstplaat) of ‘Myanmarchocolate’ (pinda overgoten met palmsugar). Een ander drankje dat ik hier veel drink is de coffeemix: een zakje instantkoffie waar al melk en suiker doorheen gemixed zit. Ook weer lekker zoet. Er komt ook iets meer Zoe terug dan er op reis gegaan is haha.

Mandalay - monk district

Mandalay - monk district

a_mandalay2

a_mandalay3

monnikenwas

monnikenwas

Daarna verder naar het noorden: Hsipaw. Ondertussen was het reisgezelschap uitgegroeid van 2 naar 5 mensen: Steve en ik dus, een Amerikaans stel (waarvan er een de ‘high-maintanance’ reiziger was) en een Burmees uit Mandalay (allemaal te zien op de eerste foto van de jeeptocht). Deze Burmese mr.Htoo was een trishaw (soort rikshaw) driver in Mandalay die bevriend was geraakt met het Amerikaanse stel. Omdat mr.Htoo nog nooit buiten Mandalay geweest was, had het Amerikaanse stel besloten hem 5 dagen op sleeptouw  te nemen en alles voor hem te betalen (inclusief de inkomsten die zijn familie zou moeten missen). Met z’n vijfen hebben we die helse jeeptocht naar Namhsan ondernomen en daarvoor nog in Hsipaw een motorbike trekking gedaan. Nou wisten we vantevoren niet helemaal dat het om een ‘trekking’ ging, en ik heb nu wel al 5 keer op een motorbike gereden, maar helemaal voorbereid op deze rit was ik niet (niemand uit onze groep trouwens). De weg veranderde langzaam van een asfaltweg in een bergpad om uiteindelijk te transformeren in een soort rivierbedding met rotsen. Ben ook niet helemaal ongeschonden uit de strijd gekomen: ik loop nu al 2 weken met een diepe schaafwond op mijn rechteronderbeen rond. En de motor had ik ook een beetje  stuk gemaakt: het laatste uur van de tocht kon ik alleen in z’n 3 rijden en dat is best lastig in de bergen. Maar de ervaring was super! Onze gids heette mr. Bike, maar eigenlijk Muel Weh. Het vage in Burma is dat niemand een achternaam heeft, maar alleen een lange voornaam die aangeeft op welke dag diegene geboren is, of een andere betekenis heeft zoals ‘gouden zonneschijn die alles overwint’ ofzoiets. Meestal zijn die namen te ingewikkeld om te onthouden (in ieder geval voor buitenlanders) en wordt de naam afgekort of veranderd in mr.iets. En dan het liefst iets dat aangeeft wat die persoon doet. Zo had je in Hsipaw waar we de motorbike trekking gedaan hebben een mr.Bike, een mr. Food (van het restaurant) een mr.Book (boekenwinkel) en een mr.Charles (guesthouse, weet niet waarom hij geen mr.Bed heet)

a_motorbiketrekking1

a_motorbiketrekking2

mr Htoo op de motorbike

mr Htoo op de motorbike

Clay op de motorbike

Clay op de motorbike

(in de verte zie je Steve en mr Bike)

(in de verte zie je Steve en mr Bike)

Afscheid genomen van het reisgezelschap en op naar mijn laatste bestemming in Myanmar: trekpleister Bagan. Net als in Cambodja had ik de meest spectaculaire bestemming voor het laatst bewaard en net als in Cambodja was het een van mijn minst favoriete plekken. Waarschijnlijk heeft het deels te maken met het feit dat ik na 4 maanden helemaal uitgetempeld ben, want de tempels, pagoda’s en stupa’s van Bagan konden me niet echt meer boeien. Misschien niet helemaal eerlijk, maar een mens kan maar zoveel boeddha’s aan in een relatief korte tijd. Het landschap vol tempels was wel heel geweldig om doorheen te fietsen, tempels tot aan de horizon, maar zodra je zo’n machtig gebouw binnen ging, was het ‘oh, weer een boeddha’. En dan meestal een lelijk gerestaureerde (lees: helemaal nieuwe, in kleurtjes overschilderde). Bovendien werd je in iedere tempel opgewacht door tientallen souvenir verkopers die zonder uitzondering vroegen ‘hello. Where you from? Want to see nice paintings/postcards/laquerworks/woodcarvings. make good price for you’. En dat serieus zo’n 30 keer op een dag. Op zich wel grappig dat als je “Holland’ zegt, ze meestal een rijtje Nederlandse voetballers opdreunen (Robin van Persie is hier verruit favoriet). Burmezen zijn helemaal gek op voetbal. Hun nationale team is zo ongeveer de slechtste van heel zuid-oost Azie (de overheid wil er geen geld in investeren) maar ze volgen internationaal voetbal op de voet. En ookal is het niveau van hun eigen teams belabberd, als er een binnenlandse wedstrijd wordt gespeeld, zit het stadion vol. Niet om het mooie spel te bewonderen (want dat is er niet), maar om de teams massaal uit te jouwen. De teams bestaan namelijk vooral uit militaire of overheids mensen en het beroerde voetbal is DE uitgelezen kans voor de gemiddelde Burmees om de overheid uit te schelden zonder gearresteerd te worden.

Maar goed, laatste bestemming Bagan was mooi en vooral heet: 42 graden, zandwegen en een ouwe fiets zijn geen goeie combinatie. Maar dus niet spectaculair. Busreis terug naar Yangon was de langste tot dan toe: 16 uur. En om de een of andere reden vertrekken de bussen in Burma op zo’n tijdstip dat je altijd op een belachelijk tijdstip aankomt op de plaats van bestemming. Ik ben een keer aangekomen om 02.00 uur ‘ s nachts, om 04.30 en om 06.00 uur ’s ochtends. Je vraagt je dan af waarom de bus niet gewoon een paar uur later vetrekt zodat je op een wat christelijkere tijd een onbekende stad binnenrijdt.

a_bagan1

a_bagan2

Vanochtend ben ik teruggevlogen naar Bangkok en na 4 weken Burma is het wel weer een verademing (behalve de temparatuur) om in een wat ‘westerse’ omgeving te zijn. Myanmar was echt prachtig, een groot avontuur en heel anders dan de landen die ik tot nu toe gezien heb op deze trip, maar het is wel lekker dat ik hier op straat kan lopen zonder constant aangestaard te worden. Of de weg kan vragen zonder dat mensen heel hard gaan giechelen of je achtervolgen. Of zonder problemen internet op kan. Burma was in vergelijking met de andere landen een stuk harder werken en afzien, maar je krijgt er ook  heel wat voor terug.

Laatste nieuws over olifant Uwan: een team van het Elephant Nature Park gaat deze week naar Kanchanaburi om te kijken wat ze voor de olifant kunnen doen. Ze houden me op de hoogte. Ondertussen bereid ik me voor op een laatste paar weken ultiem relaxen in het zuiden van Thailand.

Circus Siem Reap

Het begon al goed. Na een bootreis van 9 uur, kwam ik met koppijn in Siem reap aan, DE grote klapper van Cambodja. De boot werd letterlijk overspoeld met tuktukmannetjes, als mieren zwermden ze de boot op en begonnen met z’n allen tegelijkertijd tegen je aan te lullen en/of aan je tas te trekken. Werd er niet blij van. Met een gezicht als een oorwurm uiteindelijk voor 2 dollar achterop een moto naar het centrum van Siem Reap vervoerd (met loodzware tas op mn rug). Na geconcludeerd te hebben dat ik mini Las Vegas Siem Reap niet echt trok ben ik om 6 uur s’ avonds gaan slapen om de volgende ochtend met frissere moed aan de dag te beginnen.

(eerst nog even wat plaatjes van de boottocht)

boat1

boat2

(veel blote kindjes)

(veel blote kindjes)

Waarom schijnt Siem Reap de klapper te zijn? Omdat hier de tempels van Angkor liggen, het archeologische hoogstandje van Cambodja. Tientallen, of zelfs honderden tempels liggen hier in de buurt, in varierende staat van ontbinding. De hoofdattractie is Angkor Wat zelf, het grootste religieuze gebouw ter wereld. Ik plak hieronder zometeen wat foto’s. Ik weet het, foto’s van tempels zijn saai, maar omdat het toch een groot onderdeel van mn reis is laat ik ze toch zien (en het zijn er maar een stuk of tien, van de pak en beet honderd foto’s die ik gemaakt heb.. Dus ik spaar jullie haha)

(Mijn Cambodja Lonely Planet ligt inmiddels onderin mn tas, dus ik doe alle namen uit mn hoofd. Namen onder voorbehoud dus)

tuktuk met wegversperring

tuktuk met wegversperring

De eerste dag met een Frans meisje in een tuktuk rondgereden, de andere twee dagen de fiets gepakt (en het stof gehapt dat de vele touringcars vol Amerikanen/Japanners/Duitsers etcetc deden opwaaien)

Bantey Srei

Bantey Srei

Bantey Srei

Bantey Srei

Banety Samre

Banety Samre

tourist in Bantey Samre

tourist in Bantey Samre

Angkor Wat (als je wilt weten hoe die er uitziet, moet je maar even googlen)

Angkor Wat (als je wilt weten hoe die er uitziet, moet je maar even googlen)

Monnik in Angkor (beetje scheef, moest em snel nemen)

Monnik in Angkor (beetje scheef, moest em snel nemen)

Tha Prom (hier is Tomb Raider gefilmd)

Tha Prom (hier is Tomb Raider gefilmd)

nog meer Tha Prom

nog meer Tha Prom

de hoofden van Bayon

de hoofden van Bayon

Bantey Kdei

Bantey Kdei

Het vage van die tempels is dat ze oorspronkelijk Hindoestisch waren, maar toen er besloten werd dat het Boedisme toch hipper was, zijn veel tempels doodleuk omgetoverd in boedistische bedevaardsoorden. Hindoeistische beelden zoals Vishnu, Shiva worden dan ook weggeconcureerd door talloze boeddabeelden.

Ik heb nog niet besloten of ik Siem Reap nou wel of geen waardige afsluiting van Cambodja vond. De tempels waren prachtig en indrukwekkend, maar Siem Reap zelf is zo’n circus. Dar is geen enkel spoortje Cambodja terug te vinden: 5-sterrenhotels, schreeuwerige neonborden, touringkarren, cafe’s als Molly Malone en opdringerige tuktuk mannetjes.

Inmiddels ben ik terug in Bangkok. Het plan was eigenlijk om over twee weken terug te komen naar Nederland, maar ik ben nog laaang niet uitgereisd. Dus heb ik in Bangkok een visum aangevraagd voor Myanmar (Burma) en daar vlieg ik morgen heen. Ik heb mijn vlucht naar Nederland (nouja, Duitsland) verzet naar 9 april, dus ik blijf 2 maanden extra weg. Na een maand Burma vlieg ik terug naar Bangkok en ga dan het zuiden van Thailand verkennen en eindelijk ultiem relaxen. Reizen is hardtsikke tof hoor, maar echt uitrusten doe je er niet van. Dus dat ga ik de laatste weken van mijn reis doen zodat ik helemaal uitgechilled terug kom.

Oja, ik heb tijdens het wachten op mijn visum nog wel een goeie daad gedaan. Ik ben terug gegaan naar Kanchanaburi (was ik 3 maaden geleden ook) om te informeren naar de hele zielige, depressieve olifant die daar aan een ketting vaststaat. Het arme dier is supergestressed en staat alleenmaar heen en weer te wiegen en aan haar kettingen te rammelen. Voor een paar baht kun je met het depressieve olifantje op de foto. En het is ongelooflijk, maar toeristen doen het nog ook…

 elephant2elephant1

elephant3

Ik ben met de eigenaar gaan praten en heb eerst casual geinformeerd naar de naam, leeftijd en geslacht (Uwan, 60, meiske). Daarna heb ik gevraagd of ze bereid was om de olifant te verkopen (nouja, ‘praten’ is een groot woord, want ze sprak geen Engels, maar ik had iemand bereid gevonden om een briefje in het Thais voor me te schrijven). En wonder boven wonder noemde ze een bedrag van 500.000 baht (is denk ik iets van 15.000 dollar). Ik heb meteen haar telefoonnumer genoteerd en nu ga ik kijken of ik het Elephant Nature Park dat ik twee maanden geleden bezocht heb in Chang Mai, in contact kan brengen met haar. Ik email ook met een Spaans meisje dat geld aan het inzamelen is voor de olifanten, dus misschien kan ik met haar samenwerken. Ik hou jullie op de hoogte.

Ik weet trouwens niet hoe het met internet in Burma gesteld is, dus misschien hoor je een tijdje niks van me.

‘Can you dacing with me?’

Daar sta je dan, op de dansvloer van een Cambodiaanse bruiloft, terwijl 200 man je aan staat te gapen. Of te filmen met een mobieltje. En dat is niet omdat ik zo goed kan dansen. Misschien heeft het iets te maken met het feit dat ik de enige witte ben en minstens een blonde kop boven iedereen uitsteek. Of zou het mijn over-the-top, blauw satijnen,  megaopgevulde strapless jurk met kraaltjes, strikjes en ruchsjes zijn? Het zou ook nog de dikke laag make-up kunnen zijn waar Dame Edna u tegen zou zeggen. Waarschijnlijk een combinatie van al die factoren… Hoe dan ook, ik was de attractie van de dag. (wel een beetje sneu voor de bruid alhoewel die er geloof ik geen problemen mee had). Iedere keer als ik even wilde gaan zitten, kwam er een (meestal erg dronken) Cambodiaan op me af met een briefje ”can you dacing with me’. Ach, moeilijk om daar nee tegen te zeggen. Dus daar stond ik dan weer op de ‘Margarena’ in Khmer, of een Cambodiaans hiphop nummer. Het was al met al een hilarische en hoogst ongemakkelijke ervaring. Hoe ik daar terechtkwam? De mensen in Cambodia zijn zo ongelooflijk vriendelijk en gastvrij dat het raar moet lopen, wil je niet op een bruiloft terechtkomen. Mijn moto-mannetje (soort taxichauffeur op een brommer) vroeg of ik naar de bruiloft van zn nichtje wilde komen. Moet ik dan iets speciaals aan vroeg ik. Nee, dat hoefde niet. Maar toen ik de volgende ochtend in mijn mooiste outfit (relatief gezien dan. Dus spijkerrokje ipv de groene slobberbroek waar ik zo ongeveer in woon) voor hem stond, leek het hem toch een beter idee om maar wat te huren… (en ik had de ergste vlekken nog wel uit mn t-shirt gehaald!) En ik moest ook echt wel wat make-up op, maar dat zouden ze op de bruiloft wel fixen. Nou, en hoe(r). De hele kofferset werd opengeklapt en er werd driftig op mn gezicht geplamuurd. Ik schrok me dood toen ik in de spiegel keek: felblauwe oogschaduw, knalroze lippenstift, rouge, nepwimpers en een soort Bert-wenkbrauwen. De gemiddelde prostituee zou erbij verbleken.. Toen ze met een rokende roestige krultang in de weer wilde gaan (ik kon de verbrande haartjes al ruiken. En ik heb al zo’n karig bosje) heb ik ze met een verschrikt gezicht halt toe kunnen roepen.

met happy bruid en bruidegom en mijn moto-date (links)

met happy bruid en bruidegom en mijn moto-date (en geleende schoenen)

alleen mannen dansen in Cambodja. En ik dus.

alleen mannen dansen in Cambodja. En ik dus.

mijn gescoorde briefjes

mijn gescoorde briefjes

Maar dat was vandaag, in Battambang. En er zijn nog heel wat dagen ervoor waar ik wat over kan vertellen. Kampot bijvoorbeeld, en de trekking naar het spookdorp Bokor Hill. 7 uur berg-op lopen hadden ze me vantevoren verteld. En daar hadden ze helemaal gelijk in, en ook weer 7 uur naar beneden, en dat met een half stokbroodje en een bord rijst op. Het was al een beetje een veeg teken dat er ineens 14 man uit de truck stapten, ipv van de beloofde 6 a 7 man.. Gezellig hoor zo’n grote groep, maar dan moet je wel proviand voor zoveel mensen meenemen. Maar dit is Cambodja he, het land van des-organisatie en miscommunicatie . Eén meisje was wel heel erg optimistisch ingesteld: een berg van 1094 meter beklimmen is toch best lastig in een strapless zomerjurk, handtas en sandaaltjes. Ze is de volgende morgen ook per auto afgevoerd (door onze enige Engels sprekende gids, waardoor de overgebleven 13 man de berg af moest met 2 gidsen die tot geen enkele vorm van communicatie in staat waren). Maar de uren zweten, vloeken en afzien waren het dubbel en dwars waard hoor. Bokor Hill station is op zn zachts gezegd creepy en magisch tegelijk. Een vakantieoord gebouwd door de Fransen in 1921, overgenomen door de Cambodianen in de jaren 50, in 1975 nam de Khmer Rouge er bezit van die er op hun beurt in 1979 na een bloedige strijd van 3 maanden door de Vietnamezen uitgedreven werd. Als je door de afgebrokkelde luxe van het casino/hotel loopt, krijg je het gevoel dat je in de Titanic rondwaardt. De flarden mist die de heuvels opkruipen maken de sfeer compleet. Het is onbeschrijfelijk.

het casino

het casino

het casino in gloriedagen

het casino in gloriedagen

bokor2

postkantoor en op de achtergrond de kerk

postkantoor en op de achtergrond de kerk

uitzicht vanuit casino, in de verte de zee

uitzicht vanuit casino, in de verte de zee

Maarja, een ontbijt van een half stokbrood is toch echt niet genoeg om 7 uur op naar beneden te klauteren. Waar is onze beloofde noodlesoup, vroegen we. ‘Yes sorry no have enough. Maybe we take package and eat dry for lunch’. Ik weet dat Cambodianen toeristen over het algemeen dik vinden (vergeleken bij hun uitgemergelde lichaampjes ben ik zelfs mollig) maar om ons nou op water en brood een berg van een kilomter hoog op en af te laten lopen gaat wel erg ver! Toen we eindelijk in Kampot aankwamen, ben ik meteen met wat mensen appeltaart en brownies gaan eten.

relaxen na afzien

relaxen na afzien

Miscommunicatie en gastvrijheid. Charmante combinatie, en zoooo van toepassing op dit land. Af en toe frustrerend als je informatie wilt. Bijvoorbeeld als je in een natuurpark wil weten hoelang de wandeling ongeveer gaat duren:

ik: ‘so, how long is the walk?’

glimlachende Cambodiaan: ‘yes, how long’

ik: ‘no, I mean, how long is the walk?”

glimlachende Cambodiaan: ‘yes, how long’

ik: ‘no, I mean, how many minutes is it, how long?

nog steeds glimlachende Cambodiaan: ‘yes, how long’

ik: ‘how many minutes? (plus loop-gebaar met hand)

iets minder glimlachende Cambodiaan: ‘…yes?’

Pff, laat maar dan. Ik zoek het zelf wel uit.. Soms is reizen hier één grote assertiviteitstrainig: Wanneer je voor 1 dollar op de moto naar je hostel gebracht wordt en het blijkt op de hoek van de straat te zijn. Of je bestelt seafood met peper en je krijgt een bord groente met drie garnalen. Of je huurt een brommer en er wordt gevraagd om er twee liter benzine in te gooien, terwijl je weet dat je geen volle tank nodig hebt. (“nee, maar dit is een brommer met een vier liter tank, dus twee liter is maar de helft”) (niet dus).

Nog een voorbeeld van Cambodiaanse gastvrijheid: ik was samen met een Nieuwzeelandse gast grotten aan het bekijken vlakbij Kampot, vraagt onze 18-jarige gids of we bij hem thuis willen komen kijken. Na enige twijfel (voor hetzelfde geld hebben zn ouders een souvenirswinkel, of zit er een ander addertje in het rijstveld) stemmen we toe en hebben we een hele gezellige middag op een boerderij ergens midden in de padi-velden doorgebracht. Het halve dorp gluurde zo’n beetje over de heg terwijl wij uit net geplukte kokosnoten zaten te drinken. Als dank heb ik ze mijn kleine minikompasje (sorry Marije!) en een brownie gegeven. Het minikompasje werdt met groot enthousiasme ontvangen. De brownie werd met enige argwaan bekeken en besnuffeld en de 18-jarige gids besloot hem aan zn moeder te geven..

kokosnoten eten

kokosnoten eten

op de fiets door de rijstvelden. Beetje scheef (al fietsend genomen)

op de fiets door de rijstvelden. Beetje scheef (al fietsend genomen)

Jeetje, ik zit alweer op 1065 woorden. En ik heb nog niet eens verteld over mijn eerste keer krab eten (tot ellebogen in de smurrie, compleet met notenkraker om de poten open te breken) (veel werk, weinig eten. Wel erg lekkker). Of mijn ervaring in de sauna (midden in Cambodja, met 4 Denen en drie Engelsen (waarvan er eentje heel erg dronken (de eigenaar/Nick Nolte look-a-like)). Of het enge aapje in de Mangroves van Ko Khong dat geinteresseerd was in onze pinda’s en de moedervlek van mijn reisgenoot (probeerde hij eraf te pulken). Wat ik nog wel moet vermelden is dat ik nu echt permanent ben afgegleden naar de donkere krochten van de vleeschetende mensch.. Mijn excuus is dat het vlees hier scharreliger is dan waar dan ook en het me de kans geeft om veel uit te proberen (gisteren rat gegeten (smaakt naar kip, wat anders)) en vandaag op de bruiloft werd me iets van stukjes koeienmaag voorgeschoteld). Ok, ok, ik ben wel echt hardcore afgegleden…

Middeleeuwen met mobieltjes

Heb je net 20 kilometer op een te klein fietsje afgelegd, ben je eindelijk op je bestemming aangekomen (een tempel, wat anders) en wil je net aan je zuurverdiende stokbroodje met banaan (baguettes zijn hier en in Laos overal te krijgen, met dank aan de Fransen) beginnen, staat er onmiddelijk een bedelaar naast je heftig op je broodje te wijzen. Sorry ouwe, maar ik moet ook nog 20 kilometer terug fietsen.. Een banaan kun je krijgen. De bedelaar wenstte niet met een banaan afgescheept te worden, dus zag ik mezelf genoodzaakt te verkassen. Plant ik mijn nog steeds zere reet neer op een ander bankje, zit er binnen de kortste keren op minder dan een meter afstand een aap naar me te gluren! Nouja, naar mn broodje dan. Gdvrdmme. Weer verkassen. En ik had al zo’n honger want tijdens die 20 kilometer kon ik nauwelijks stoppen om een manderijntje naar binnen te werken zonder dat er binnen een paar seconden een half dorp om me heen stond. Eet niet zo prettig..

aap in kwestie

aap in kwestie

uitzicht op de Mekong vanuit de tempel

uitzicht op de Mekong vanuit de tempel

Maar Cambodja is geweldig hoor. Ik ben er nu ruim een week  en de mensen zijn hier supervriendelijk! Echt opvallend. Vooral op het platteland zijn ze heel aardig en vooral ook nieuwsgierig (wat uitmondt in zo’n 100 ‘hello’s’ ‘bye bye’s’ en ‘what’s your name’s’ tijdens een 20 km lange fietstocht). Het landschap is prachtig: plat, veel rijstvelden, palmbomen,  kleine dorpjes met huisjes op palen en ossenkarren.. Het is een beetje alsof je de middeleeuwen binnenfietst, maar dan met mobieltjes en scooters. In mijn eerste stad in Cambodja, Krati, heb ik de fiets gepakt, op de lokale ferry gezet en een eiland in de Mekong rondgefietst. Ik wilde een foto maken van twee vrouwtjes die tomaten aan het plukken waren (ze vinden het allemaal fantastisch om op de foto te gaan), krijg ik allemaal tomaten van ze mee. Half verwacht ik dan dat ze er geld voor gaan vragen, maar nee, het is echt uit vriendelijkheid. Wel effe wennen. En in een piepklein winkeltje (het enige op het eiland) met een piepklein dametje erin, schrokken ze zich rot toen ik ineens stopte om iets te kopen. Dat was niet de bedoeling. Een hoop gegiechel (er zaten allemaal vrouwen bij de winkel. Tis daar niet anders dan hier), maar het is me uiteindelijk toch gelukt om een zakje oneetbare krakelingen, een pakje kauwgom en pinda’s met kokosnootsmaak te kopen. In Krati heb ik trouwens toch nog die zoetwaterdolfijnen in de Mekong gezien.  Het resultaat is wel een setje wazige lochness-achtige foto’s maar ze kwamen wel echt dichtbij. En ok, ik had niet in de 9 dollar kostende boot hoeven gaan zitten (die maar 5 meter van de kant afging) want vanaf de kant had ik ze ook kunnen zien, maar goed.

piepklein winkeltje met groot en klein dametje

piepklein winkeltje met groot en klein dametje

(foto genomen door iemand die waarschijnlijk voor de eerste keer een camera vasthield. Vandaar beetje scheef, beetje wazig)

tomatenvrouwtjes

tomatenvrouwtjes

ferry

ferry

fietsje op ferry

fietsje op ferry

het is echt een dolfijn

het is echt een dolfijn

Na Krati naar Sen Monorom in het oosten. Waar de weg opeens ophoudt te bestaan en de stofwolken in(!) de bus zo heftig zijn dat iedereen met een mondkapje op zit (behalve de onvoorbereide toeristen natuurlijk) en je met een oranje fake-tan en peentjeshaar de bus uitstapt (de aarde is hier oranje-rood). Sen Monorom wordt in de Lonley Planet omschreven als ‘het Zwitserland van Cambodja’ met prachtige meren en groene heuvels. Ik vond het stoffig, kaal (veel boomkap) en vooral erg koud. Moest gewoon een muts op! En mijn hostel was zo ranzig dat ik niks  durfte aan te raken en volgens mij was er brand geweest, want de halve muur was zwartgeblakerd en het stopcontact was weggesmolten. Heb de stekkers er maar voor de zekerheid uitgehaald (ja, want die zaten er nog doodleuk in). Maar goed, dat valt nog mee in vergelijking met het verhaal dat een Tjechische jongen mij vertelde. Hij werd wakker in zijn hostel en toen had er een muis op zijn hoofdkussen gepoept! Tenminste, hij ging ervanuit dat het een muis was… Ben niet zo lang gebleven in Sen Monorom.

Nou, en dan de hoofdstad, Phnom Pen. Mooi hostel, wel met allemaal negers erin om de een of andere reden. Zie nooit negers tijdens het reizen, maar blijkbaar zitten ze allemaal in Phnom Pen. DE manier om je te verplaatsten in PP is achterop een moto. Op iedere hoek van de straat staan mannetjes met hun brommer/motor om je tegen een kleine vergoeding overal heen te brengen. Maar aangezien het verkeer hier echt moordend is (en ik ben echt wel wat gewend) maak ik alleen gebruik van een moto als het echt niet anders kan en anders loop ik liever. Ze rijden namelijk rustig tegen het verkeer in als ze dat in tijd scheelt.

In PP de eerste dag maar meteen wat dingen van mijn lijst afgewerkt: de S21 gevangenis (van de rode Khmer) en de Killing Fields. Sjesus, da’s geen feestje. Eerst word ik bij de ingang van de gevangenis onderschept door een bedelaar die zo ongelooflijk toegetakeld is (volledig verbrand, missend oog), dat ik letterlijk schrik als ik hem zie. Daarna een paar uur lang kijken naar rijen en rijen foto’s van alle gevangenen die door de Khmer Rouge in de S21 gemarteld zijn en later op de Killing Fields (net buiten PP) vermoord zijn. En ze zijn hier niet kinderachtig als het op geweldadige beelden aankomt. Nou ik kon wel een borrel gebruiken na die dag..

Twee dagen uitlaadgassen inademen en bedelaars ontwijken vond ik wel weer genoeg en ben naar Kompong Cham gegaan, waar ik die 2×20 km fietstocht heb gedaan en op een ander eilandje in de Mekong gefietst heb (deze keer liep er een brug van een soort luciferhoutjes naar het eiland..)

ze verzekerden me dat er ook auto's overheen konden..

ze verzekerden me dat er ook auto's overheen konden..

iedereen fietst hier

iedereen fietst hier

Gisteren aangekomen in Kampot in het zuiden van Cambodja (sorry ik ga nu even in sneltreinvaart door de laatste week heen) en hier is het echt geweldig! Een heel rustig mooi dorpje met vervallen Franse koloniale huizen, een schoon hostel voor de verandering en even tijd om op adem te komen. Een trekking gepland naar Bokor Hill station, een spookstadje in de jungle die later door de Khmer rouge gebruikt is. Het verlaten hotel wordt vergeleken met dat uit ‘the Shining’, maar dan met kogelgaten in de muren.. Het is wel 7 uur heuvel-op lopen, maar dat heb ik er zeker voor over!

Ten slotte een foto van een Cambodiaans tankstation..

serieus...

serieus...

Grotten en een straaljager

(plaatjes zijn schaars deze keer. Internet is hier gruwelijk traag)

Hoe wordt je ’s ochtends het liefst gewekt? Ik kan veel dingen bedenken, maar wakkergedreund worden door Laos Karaoke muziek om 06.15 uur zit er niet bij. Ik dacht een rustieke ervaring te gaan meemaken toen ik een ‘homestay’ ging doen in het piepkleine afgelegen dorpje Ban Kong Lo.. (homestay is bij mensen thuis slapen en samen met ze eten enzo) Blijkbaar hebben ze daar een algemene village wakeupcall dmv heftige Karaokemuziek om zes uur ’s ochtends. Echt, het schalt door het hele dorp! De hele homestay was nogal een ervaring. Interessant, maar hoeft niet nog een keer. Het is nogal lastig als ik geen Laos spreek en de enige woorden Engels die zij spreken zijn ‘ok’ en ‘bye bye’. Zelfs naar de wc vragen was een avontuur. Maar hoort er allemaal bij natuurlijk. Ze waren wel heel erg geinteresseerd in mijn slippers, die wilden ze wel kopen. Dan komt de communicatie ineens wel van de grond. Verder bestond het nachtje logeren vooral uit tv kijken (in Thais), in mn eentje eten terwijl de hele familie om me heen zat en aanwijzingen gaf over hoe ik de verschillende gerechten moest combineren en proberen normaal met oma te blijven praten terwijl ze betel kauwde (vies rood spul, soort tabak geloof ik) en uitspuugde in een bakje. Terwijl ik zat te eten. Toppunt was wel toen ze me een klontje sticky rice gaf (ze eten hier alles met sticky rice, gebruiken ze als een soort lepel om andere dingen mee op te pakken) waar ze een pruim doorheen had zitten knijen in haar handje en net voordat ze het aan mij gaf nog even snel een haar uit vistte. Tja en het is onbeleefd om het te weigeren he..

De hele homestay hoorde bij het grote ‘Kong lo cave plan’, die grot die ik de had overgeslagen om op tijd in het zuiden te zijn. Nou en ik moest er wel wat voor over hebben hoor. De busreis vanuit het zuiden naar de dichtsbijzijnde grote plaats kostte 10,5 uur ipv de normale 6 tot 7 uur. Reden: heeeeeel vaak stoppen om mensen in en uit te laden of om bijvoorbeeld even hallo te gaan zeggen tegen een familielid aan de kant van de weg terwijl de hele bus toekijkt. Ja en toen we een babykoe hadden aangereden, liep dat wel hele grote vertraging op: Bus rijdt op de weg, bus remt heel hard (maar klaarblijkelijk te laat) , bus raakt iets, zwenkt heen en weer, valt bijna om, stopt, en rijdt achteruit. Twee mannetjes stappen uit de bus, lopen naar de kant van de weg, pakken het aangeredene op (babykoe dus), hijsen hem/haar op het dak, binden het vast en rijden verder. Bus was redelijk beschadigd, maar kon nog wel rijden. Het allerergste was dat de koe volgens mij niet dood was. En we reden nog uren met dat beest rond op het dak, echt zo zielig.

Maar goed, de grot die ik daarna gezien heb, was wel echt de moeite waard. Het is een grot van 7 km lang met een rivier erdoorheen en de grot is op sommige plaatsen wel 100 meter hoog en breed. Je gaat erin met een klein bootje met je zaklampje (wel met gids en die hebben ook zaklampen) en verkent de grot in het bootje. Af en toen moet je uitstappen omdat het water te laag is en de boot over een stel rotsen heegetild moet worden. Er zijn meerdere bootjes in de grot, dus je ziet in de verte allemaal kleine lampjes varen. Het had wel een groot ‘Lord of the rings’ gehalte. Voordat ik naar de grot ging had ik nog geprobeerd nieuwe batterijen voor mijn zaklamp te kopen, maar het gebied waar de grot is, is nog redelijk onontwikkeld op toerisme gebied waardoor eten bestellen in een restaurant, of dus batterijen kopen voor je zaklamp net even wat meer moeite kost: ik had in een winkeltje wc papier gekocht en vroeg toen of ze ook batteries hadden. Er werd moeilijk gekeken, dus ik haalde pen en papier tevoorschijn om een batterij te tekenen. Blijkbaar heeft 5 jaar kunstacedemie nog wel iets te wensen overgelaten, want ze kwam met maandverband aanzetten.. Toen ik een zaklamp tekende met batterijen erin keken ze al helemaal afkeurend en werd ik bijna de winkel uitgestuurd. Kreeg toch bijna het idee dat ze mijn impressie van een zaklamp voor een ander voorwerp hielden waar batterijen in moeten..

Na de grot nog een trekking gedaan in die buurt. Was leuk, niet superspectaculair, nog meer mooie grotten gezien, gezwommen in een grot met een meer (koud!) en een nieuw kaartspel geleerd. Was weer een snurker mee op de trekking. Je kan het soms al zien he, van die enorm grote dikke mannen, bijna altijd nurkers! Deze  keer was het enorme Duitse walrus. En serieus, hij snurkte zo ongelooflijk hard (nog nooit zoiets gehoord) dat ik midden in de nacht mijn bedje naar het balkon heb verhuisd. En toen bleken daar nog meer mensen te liggen die het gesnurk niet meer aan konden. Op een gegeven moment lag de helft van de mensen gewoon buiten te pitten omdat er in de slaapzaal een soort straaljager bezig was.

trek1

trek3

Mijn laatste grote avontuur in Laos was wel de motorrit op het Bolaven plateau. Het probleem in Laos is, is dat je op sommige plekken alleen met een motorfiets (nouja, veredelde brommer) kan komen. Eerst durfde ik niet, maar ik had van zoveel mensen gehoord dat het heel tof was, dat ik het toch wilde proberen. Dus samen met twee Franse meisjes (waarvan er eentje ook nog nooit op een brommer/motor gereden had) eerst oefenen op een binneplaats en toen de volgende dag een motorfiets gehuurd (ze noemen het hier een motorbike, maar het is dus een soort grote brommer. Wel met versnellingen en hij kan ongeveer 100 (al gaat de teller tot 140)) en vetrokken richting het Bolaven plateau. Het plateau wordt gebruikt om koffie op te verbouwen en vele watervallen (alweer). Het was echt superleuk, je voelt je echt stoer op zo’n ding (al doet het mandje voorop een beetje afbreuk aan de stoerheid) en heb ook op dirtroads (niet geasfalteerde wegen) gereden. Alles goedgegaan, had ook netjes een helm op en lange broek enzo.

bolaven1

Mijn aller- allerlaatste avond in laos (gisteren) doorgebracht op alweer de 4000 eilanden. En zit sinds vandaag in een nieuw land: Cambodja. In Krati welteverstaan. Het beslissingen nemen begint nu al en daar ben ik oh zo goed in (not), dus ik moet de komende dagen een beetje een plan gaan uitstippelen denk ik..

dondet2

Happy New Year!

Nu dat ik van mijn kater bekomen ben, kan ik wel weer een verhaaltje schrijven over mijn oud en nieuw viering. Ik had geloof ik al verteld dat ik oud en nieuw zou vieren met de jongens waar ik ook kerst mee gevierd had. Dat betekende dat ik vanuit het midden van Laos naar het uiterste puntje moest reizen, naar de 4000 eilands oftewel Don Det. (tja alles voor een goed feestje he). Don Det is een mini eilandje in de Mekong rivier die daar ongeveer 14 km breed is. Het is een vande 4000 eilanden (maar ze noemen elke zandklomp met een boom erop een eiland), in principe is er geen ruk te doen en na 10 uur ’s avonds is er geen electriciteit, dus des te leuker om daar oud en nieuw te vieren! (poolen met behulp van zaklampen is ook veel leuker eigenlijk) Na heel wat busuren daar aangekomen (geen gekots deze keer, ben de bergen alweer uit) een krottige hutje op palen uitgekozen dat er uitzag alsof het tenminste nog een aantal dagen zou blijven staan. Fasciliteiten lieten te wensen over:

wc bril met visdraad aan elkaar genaaid nadat het ding was ingestort omdat een chinees had geprobeerd hem als hurktoilet te gebruiken..

wc bril met visdraad aan elkaar genaaid nadat het ding was ingestort omdat een chinees had geprobeerd hem als hurktoilet te gebruiken..

Maar dat mocht de pret niet drukken.. Vrienden opgespoord en de laatste dag van het jaar doorgebracht met het rondcruisen over de eilandjes op een relaxte kinderfiets met mandje.

opstopping op de brug

opstopping op de brug

 

Laos honden lusten kokos

Laos honden lusten kokos

buffels bij zonsondergang

buffels bij zonsondergang

Over oud en nieuw kan ik redelijk kort zijn: heel veel leuke mensen, Lao Lao mojito’s, weer de bekende emmertjes met whiskey cola, kampvuur op het strand (nadat de plaatstelijk buffel was weggejaagd), mensen die hun slippers zijn kwijtgeraakt, in de Mekong gevallen zijn, letterlijk van het pad af waren (geen electriciteit=pikkedonker) of en public van kleren zijn gewisseld (laatste ben ik schuldig aan, ik had het koud en toen heeft een van de jongens aangeboden dat ik zijn spijkerbroek aan mocht en dan zou hij mijn (hele) korte broek aandoen) (niet heel erg raar, zou het niet dat de verwisseling midden in een restaurant plaatsvond) (volgens mij wilde hij gewoon stiekem mijn (hele) korte broek aan).

spot de buckets

spot de buckets

 (onderkant staat helaas niet op de foto, maar ik heb zo’n idee dat Mark (links) dat niet heel erg vind)

1 januari in zombiestaat doorgebracht, maar 2 januari was ik weer helemaal in voor nieuwe plannen: zoetwaterdolfijnen gaan bekijken (voelde nogal stom met 20 toeristen op een rots in de Mekong proberen enthousiast te raken over wat vage stipjes in de verte) en een waterval (sinds ik de ‘fairytail like’ waterval in Luang Prabang geskipt heb en iedereen mij verteld hoe ongelooflijk prachtig die wel niet was, durf ik geen waterval meer over te slaan)

Waterval (Khon Papengh)

Waterval (Khon Papengh)

toerist bij waterval

toerist bij waterval

Met de mensen die mee waren naar de watervallen, hadden we bedacht dat we zelf een barbeque gingen organiseren op het verlaten strand op een van de eilanden. Was wel een uitdaging want we misten een aantal dingen: een bbq, kolen en eten voor op de bbq. Op de markt waar we groenten en kruiden gekocht hadden wilden we ook proberen vis of een kip te kopen. Na lang vragen werden de jongens in een winkeltje mee naar achteren genomen om na een minuut of tien met een hele grote mysterieuze zak tevoorschijn te komen. Bleken ze een levende eend gekocht te hebben! Het was wel even slikken voor een semivegetarier als ik, maar goed, meer scharrel dan dit kun je niet krijgen. Een rauwdauwer van een Australier wist er wel raad mee zei hij. De relaxte kinderfietsjes volgeladen met spullen en naar het strand gefietst. Daar gingen de dames hout sprokkelen en de mannen de eend villen (ja hoe geemancipeerd ik ook ben, ik was erg blij met de taakverdeling). Wat bloedspetters en veren in het haar verder en we hadden een prachtige schone eend. (ik geloof dat ze wel wat argeloze toeristen de stuipen op het lijf gejagd hebben door op het strand (achter een rots weliswaar) een eend te gaan slachten). Het hoofd hadden ze in de Mekong gegooid maar die was in een draaikolk terecht gekomen en wilde maar niet wegspoelen. Er werd een profisorisch spit gemaakt en nadat er nog een aantal mensen met een haan op de proppen kwamen (hadden ze 45 minnuten achteraan moeten rennen op het erf van een of andere plaatstelijke  familie) (wel met hun toestemming) kon het feestmaal beginnen. Het kostte wat moeite maar het was echt een geweldig avontuur! Uiteraard heb ik en de eend en de haan gegeten. De haan was een beetje taai, maar misschien kwam dat door de stress van het achterna gezeten worden door witte Falangs (buitenlanders). Nog nooit eerder eend gegeten, maar deze was echt heerlijk.

Hieronder het verloop:

Steve met schoongemaakte eend

Steve met schoongemaakte eend

op een stokje geregen

op een stokje geregen

voetjes vastgebonden (ben nu wel wat gewend na weken lang horroreten gezien te hebben)

voetjes vastgebonden (ben nu wel wat gewend na weken lang horroreten gezien te hebben)

Joe arriveert met haan

Joe arriveert met haan

mannen houden zich met het vuur bezig terwijl de vrouwtjes het eten klaar maken

mannen houden zich met het vuur bezig terwijl de vrouwtjes het eten klaar maken

mannen doen druk bij het vuur

mannen doen druk bij het vuur

mannen houden het vuur (en het eten) in de gaten

mannen houden het vuur (en het eten) in de gaten

weer een blij plaatje

weer een blij plaatje

Ben vanochtend uit Don Det vetrokken, weer richting het noorden. In mijn haast om oud en nieuw in het zuiden te vieren, heb ik hele stukken overgeslagen die ik nu alsnog wil bekijken. Betekent wel weer wat extra busuren, maar zoals ik zei, je moet wat overhebben voor een goed feestje.. Zit nu voor een nacht in het saaie Pakse, maar het was wel erg fijn om een(warme!) douche te nemen waar nu gelukkig geen Mekong water meer uitkomt. (Had het douchen maar achterwege gelaten op Don Det, je kon net zo goed in de Mekong gaan zwemmen). Het zand is gelukkig nu eindelijk wel tussen mn tenen uit (voor zolang dat duurt)

Trouwens hieronder had ik in een aparte blog nog de foto’s van de vorige keer geplaatst.

foto’s bij het vorige verhaaltje

zonsondergang op mount Phoussi, Luang Prabang

zonsondergang op mount Phoussi, Luang Prabang

Zoe op mount Phoussi

Zoe op mount Phoussi

plain of Jars

plain of Jars

meer jars

meer jars

nog meer jars

nog meer jars

Lao Lao vrouwtje

Lao Lao vrouwtje

uitzicht kotsbus (op weg naar Vang Vieng)

uitzicht kotsbus (op weg naar Vang Vieng)

souvenir van het tuben in Vang Vieng. (de tubefoto's van die dag krijg ik nog via Facebook, dus die zal ik na grondige censuur wel laten zien)

souvenir van het tuben in Vang Vieng. (de tubefoto's van die dag krijg ik nog via Facebook, dus die zal ik na grondige censuur wel laten zien)

fijne boodschap op de muur in Vientiene

fijne boodschap op de muur in Vientiene

en last but not least, het Mysterie food. Raad maar wat het is, volgende week de uitslag. (normaal worden ze op een stokje verkocht)

en last but not least, het Mysterie food. Raad maar wat het is, volgende week de uitslag. (normaal worden ze op een stokje verkocht)

Emmertje whiskey?

(Even zonder foto’s deze keer want internet is heel erg sloom) (volgen na oud en nieuw ergens)

Wat denk je als je een bus instapt en er al her en der plastic zakjes uitgedeeld worden voordat de motor ook maar gestart is? (En die zijn hier niet om je afval in te doen (dat gooien ze gewoon uit het raam)). Juist, dat wordt een helse rit. Gelukkig waarschuwen ze in de LP (Lonely Planet) al voor de kronkelige wegen en had ik zelf een tabletje ingenomen. Het begon al binnen een kwartier: een kakafonie aan kots-, rochel- en spuuggeluiden (die zelfs de karaokevideo overstemden) en de gevulde zakjes vlogen het raam uit. Het was me wel opgevallen dat alleen bepaalde mensen een zakje krijgen uitgedeeld (de toeristen bijvoorbeeld niet), maar vooral de lokale bergbewoners. Het schijnt dus dat de Hmong tribe (die lokale bergmensen dus) heel erg snel last krijgen van wagenziekte. Of dat nou zo is omdat ze weinig in de bus zitten, of omdat ze een heel gevoelig evenwichtsorgaan hebben weet ik niet, maar het was nogal goor om tussen te zitten want ze geven echt wel 20 keer op zo’n rit over (vermenigvuldigd door het aantal Hmongmensen in de bus en je kunt je lol op). Er loopt dus constant iemand door de bus om zakjes uit te delen. Nu had ik het geluk dat ik 2 Hmong mensen voor me had zitten, en 4 Hmongmensen (kindjes op schoot) achter me. Dus ik kon mn lol op. Op een geven moment mn iPod maar ingedaan om dat gekots niet de hele tijd te horen. Maar mensen, het kan nog goorder: het oude vrouwke achter me had zo hard in haar zakje gekotst dat haar valse gebit was uitgevallen, ja in het net gevulde zakje dus. Tja en dat is toch wel te kostbaar om uit het raam te gooien, dus dat werd er uitgevist en zo goed en kwaad als het ging schoongemaakt en weer ingezet… Maar ik moet toegeven het uitzicht tijdens de rit (van Phonsavan naar Vang Vieng) was wel echt superprachtig!

Luang Prabang, waar ik de vorige keer gebleven was, heb ik allang achter me gelaten en ben inmiddels alweer 3 plaatsen verder. De laatste dagen in Luang Prabang kunnen opgesomd worden met: mooie zonsondergangen op mount Phoussi (spreek uit pussy, dus een bordje als “Phoussi massage salon’ krijgt dan al gauw een andere betekenis) die midden in de stad ligt, avondje traditioneel ballet (mooie kostuums, compleet onbegrijpelijk verhaal en nogal indringende instrumenten) en hele gezellige mensen (ben trouwens niet meer gaan bowlen).

Daarna door naar de plain of jars in Phonsavan. Weinig mensen gaan hier heen en stomen van Luang Prabang meteen door naar partystad nr 1, Vang Vieng. Phonsavan is ook geen hele vrolijke bestemming. Laos is namelijk het meest gebombadeerde land ter wereld en deze streek is vooral heel erg getroffen in de zogenaamde ‘secret war’. Amerika was in de jaren 60 bezig met zijn strijd tegen het communisme en besloot ook de Pathet Lao aan te pakken. Het resultaat is nu dat de streek vol kraters zit en de grond vol niet-geexplodeerde clusterbommen waar jaarlijks nog een groot aantal rijstboertjes zijn arm, been of leven aan verliest.. Oja en het heet de plain of jars omdat het eigenlijk een archeologische site is met honderden mysterieuze stenen potten die waarschijnlijk duizenden jaren geleden gebruikt zijn voor begrafenissen (of om Lao Lao (Laos whiskey) in te stoken zoals de lokale bevolking ook wel beweert). Dus als je erover nadenkt heeft Amerika gewoon een prehistorisch kerkhof lopen bombarderen.

Bij de tour naar de plain of Jars zat ook nog een bezoek aan een tribal village in waar we zouden zien hoe de beruchte Lao Lao (Laos whiskey) gemaakt wordt. Dus ik verwachte een pitoresk bergdorpje waar misschien ook nog andere nijverheden gebezigd werden zoals weven. Maar toen we daar aankwamen bestond de ‘village’ uit een krottig huisje met een heel oud vrouwtje die in haar achtertuin in een oud olievat  (illegaal?) rijstwhiskey aan het stoken was. Ze zag eruit of ze haar eigen brouwsel regelmatig aan een grondige controle onderwerpt (i.e. ze was strontlazerus). Het is best te drinken hoor, voor 2 weken oude whiskey dan…

Na 2 dagen Phonsavan kon ik wel een opkikkertje gebruiken en wilde ik met de kerst in Vang Vieng zijn. Vang Vieng was een aantal jaar geleden nog een rustiek bergdorpje in een schitterende omgeving, vandaag de dag gaan mensen hier naartoe om helemaal naar de klote te gaan. Het is een groot drank en drugsdorp, ideaal voor de kerst dus! Attractie nr 1 is het zogenaamde tuben: in een opgeblazen binnenband de rivier afzakken en onderweg zoveel mogelijk barren bezoeken die op houten platformen langs de rivier gebouwd zijn. Voordat je ook maar met je reet in zo’n band zit heb je het eerste drankje al te pakken: een Mojito waarvan de opbrengst naar een goed doel gaat, dus ja dat moet je wel doen natuurlijk! Na letterlijk 2 minuten wordt je door middel van een bamboestok al uit het water gehesen om de eerste bar te bezoeken (eh, tweede dus eigenlijk). Sta je daar dus in je bikini of zwemshort in het zonnetje met een biertje of emmertje (buckets gevuld met whiskey/cola/red bull zijn vooral erg populair) in je hand. Om 12 uur ’s middags. En daarna wordt je weer in je tube gezet (sommige mensen hebben daar dan al een helpende hand bij nodig) en ga je door naar de volgende kroeg. En dat zo de hele dag door. Heb nog nooit zo’n leuke kerst gehad! Ik hoop alleen dat de foto’s die gemaakt zijn niet op Facebook terecht komen: iemand had het fantastische idee om met een magic marker mee te nemen en na het nodige aantal drankjes werd er lustig op weg geklodderd op gezichten, ruggen, armen en benen. Ik heb geloof ik twee dagen nog rondgelopen met ‘Tom was here’ op mn rug. (geen idee trouwens wie die Tom was). Anyway, hoef niet uit te leggen dat ik het heel erg naar mn zin had. De jongens waar ik toen kerst mee gevierd heb, ga ik waarschijnlijk ook met oud en nieuw zien op de 4000 islands waar ik nu naartoe op weg ben. Heb trouwens wel een blauwe plek ter grootte van China op mn linkerdijbeen. Ben denk ik een beetje hard in het water geland toen ik van de glijbaan ging. (vreemd genoeg had ik er toen helemaal geen last van ;-)

Na 2 dagen Vang Vieng had ik wel een beetje genoeg van alle dronken mensen en ben ik naar de hoofdstad gegaan op weg naar het zuiden. Over Vientiene kan ik kort zijn: opgedroogde rivier, een monument waarvan het officiele opschrift vermeldt: ‘resembling the arc the triomph but from a closer distance it appears even less impressive, like a monster of concrete’ en een guesthouse waar iemand op de muur in mijn kamer had geschreven ‘Buginfested! Do not stay here!’ (de Nieuwzeelander waar ik de kamer mee deelde en ik hebben onszelf van top tot teen met insectenspray bespoten en ik heb met al mijn kleren aan in een lakenzak geslapen)

En, ik heb het tot nu toe goorste eten gespot. Maar die foto bewaar ik voor de volgende keer en dan mag je raden wat het is..

Morgen zit ik op de 4000 islands. Daar is geen electriciteit, of tenminste alleen met generators) maar ik denk dat ik voorlopig het internet niet op kan dus ik wens iedereen alvast een hele fijne jaarwisseling!

Vlam in de pan

Voordat ik over Laos ga vertellen, eerst nog even mijn laatste avontuur in Chiang mai: de kookcursus. Nou moet ik zeggen dat de kookcursus meer uit eten dan uit koken bestond, maar daar had ik absoluut geen bezwaar tegen. Van tevoren mocht ik een aantal gerechten uitkiezen die ik zou gaan maken. Dit was mijn uiteindelijke lijstje: gebakken pompoen met zoete basilicumbladeren, springrolls (loempiaatjes), kokossoep met garnalen, groene curry, sweet and sour stirfried groenten en sticky rice met mango. Overbodig om te zeggen dat ik best vol zat aan het einde van de dag.. Onze lerares heet Meouw (miauw) (iedereen in Thailand heeft een officiele naam een een nickname, ik hoop voor  haar dat dit haar nickname is) en was een beetje prettig gestoord. Thaien hebben over het algemeen een erg nasale  stem,  maar dit sloeg echt alles. Ze was een soort the Nanny, maar dan Thais (niet in uiterlijk overigens). Komt nog bij dat Thaien Engels spreken zoals doven praten (half woorden inslikken of niet afmaken en af en toe lijkt het alsof ze achterstevoren praten), en ze was heel erg grappig.  Ze zei bijvoorbeeld: “this ingrededient good for energy, men do a lot of boom boom. Not eat too much, then no more boom boom. naaaah” (soort van ‘beeeeh’-geluid van een schaap dat  ze aan het einde (of middenin) een zin maakte). Of: “this good, this make you go to toilet. Then you happy. Go to happy room. Do happy things there. naaaah” (ze noemen hier de wc de happy room) (ik heb trouwens in een guesthouse geslapen dat “Happy house” heette.. Was toch best schoon..)

naambordje in het Thais

naambordje in het Thais

p1000577

 

dit hoort zo

dit hoort zo

En ik heb ze EINdelijk gevonden: gefrituurde kakkerlakken! Op de markt in Chiang Mai lagen ze heel vredig naast de silkworms, maden, sprinkhanen en krekels. Ik ben toch niet zo’n held dat ik ze heb geprobeerd.. Om je een idee te geven van de grootte, ze zijn ongeveer 12 cm lang schat ik zo.

p1000536

Nog 1 laatste dingetje voor ik naar Laos ga: zelfs Ronald mcDonald doet de officiele Thaise begroeting:

p1000585

Ik zit nu al een dag of 4 in Laos. De grensovergang was echt een verhaal dat je alleen hier meemaakt: Vanuit Thailand ben ik de Mekong over gestoken met een bootje en aan de Laos-kant, in Houay Xai, in een klein kantoortje bovenop een zanderige heuvel, heb ik een visum aangevraagd. Dit is normaal gesproken geen probleem, alleen was de meneer die de laatste van de weet ik veel hoeveel stempels moest zetten, naar de kapper. Wachten dus totdat meneer klaar was bij de kapper en dan maar hopen dat hij geen highlights ging laten zetten. Ik was gelukkig niet alleen, er waren nog 2 Duitse jongens die ook aan het wachten waren op hun visum. De beloofde 10 minuten wachten werden een half uur en toen hebben ze de kapper maar gebeld om te vragen of het nog lang ging duren. Uiteindelijk kwam een manneke met een fris kapsel al etend het kantoortje binnenzetten en konden we eindelijk Laos binnen. Wel een beetje lullig dat ik voor mijn visum 5 dollar meer moest dan die Duisters. (zoals ze zelf zeiden: “we messed up Europe, but they still like us here!”)

p1000595

laatste foto van Thailand, genomen vanuit Laos

Ik wilde eigenlijk The Gibbon experience doen (3 dagen aan ziplines door de jungle roetsjen en slapen in boomhutten. En dat alles 50 tot 100 meter boven de grond), maar die zaten helemaal volgeboekt (dan is de prijs die je moet betalen als je je nergens aan vast wil leggen met reserveringen bijvoorbeeld). Dus meteen de slowboat geboekt voor een 2 daagse reis over de Mekong naar Luang Prabang. De slowboat gaat ook echt slow, vandaar dat ie er ook 2 dagen over doet, maar de speedboaten zijn heel erg gevaarlijk omdat de rivier soms heel ondiep of vol rotsen zit. De speedboaten die je ziet zijn ook meestal gevuld met heel angstig kijkende mensen met helm op en zwemvest aan. Het gebeurd namelijk regelmatig dat zo’n speedboot op de rotsen crasht en er wat koppies opensplijten. Ze willen het ook gaan verbieden voor toeristen (slechte publiciteit. Blijkbaar maakt het niet zoveel uit of er wat Laosenen, of hoe je die ook noemt, verzuipen of te pletter slaan) 

De dame van het hostel (door een aantal gasten omgedoopt tot mini-Hitler vanwege haar nogal dwingende manier van doen) had ons al om 9 uur in een tuk tuk naar de boot gezet terwijl die pas om 11 uur (half 12 in Laos-tijd) zou vertrekken. Maar goed ook, want we waren ruim op tijd om beslag te leggen op een comfortabele busstoel, zodat we niet 7 uur op een houten bankje hoefden te zitten (waar de rest van de boot mee gevuld was). In het plaatsje waar we overnachtten (Pak Beng: beperkte electriciteit, ontbrekende riolering ( het water in mijn wastafel stroomde direct in een emmer eronder die ik weer moest gebruiken om de wc door te spoelen) maar wel een heel goed Indiaas restaurant) was iedereen heel vroeg opgestaan om zo’n comfortabele stoel te bemachtigen, alleen toen bleek dat we met een andere boot verder gingen die alleen houten bankjes bevatten haha. Ik hoorde dat ze inmiddels de comfortabele stoelen uit die andere boot hadden gehaald en terug in de bus hadden geschroefd. Weet niet of het waar is, maar hier is alles mogelijk)

zakken rijst worden in de boot geladen

zakken rijst worden in de boot geladen

p1000616

p1000641

Nu ben ik in Luang Prabang. Unesco werelderfgoederen stadje. Al de nodige wats (tempels) bekeken. Vandaag staat het Royal Palace op het programma en ik geloof dat we vanavond met een stel gaan bowlen..

Olifanten bij volle maan

Pai was in 1 woord: relaxed. Zeven dagen chillen, eten, vrienden maken en op een scooter rijden. Althans, daar ben ik te schijterig voor, dus ik zat steeds bij iemand achterop. We maakten met tien man op 7 scooters de buurt van Pai onveilig. Een van de jongens (een enorm grote turk die hardstikke Vlaams spreekt) had traditionele Thaise lampionnen gekocht die je aansteekt en de lucht instuurt voor geluk. Dat gingen we midden in de nacht doen in de tuin van mijn guesthouse waar wel heel veel bomen staan, dus het geluk begon al toen de lampionnen veilig opstegen zonder de boel in de hens te steken. Hieronder een impressie. 

lampion14

lampion21

lampion41

lampion5

Op mijn laatste dag naar de Hot Springs geweest (iedere plaats heeft er wel zo’n beetje een) (ik weet niet hoe je op een pc accenten en puntjes enzo doet, dus ik laat het maar weg), want iedereen was er geweest en iedereen vond het fantastisch. Nou na lang zoeken hadden we eindelijk een Hot Spring gevonden die iets meer inhield dan een betonnen badje bij iemand in de achtertuin (alle baden die we tot dan toe hadden bekeken waren meer Not Springs dan Hot Springs). Er dreven wel dingetjes in het water en mij werd verzekerd dat dat erg goed voor je huid was, maar volgens mij waren het gewoon de aangekoekte algen die zich waarschijnlijk al jaren aan het voortplanten waren bij gebrek aan grondige reiniging van het bad..

scooter

bij Djamel achterop de scooter

Eigenlijk had ik al een busticket naar het noordenop zak, maar ik had besloten dat ik toch wel erg passief geweest was in die 7 dagen Pai en dat het tijd werd voor iets inhoudelijks: een olifanten reservaat. Dus terug naar Chiang Mai. Een week vrijwilligerswerk zat er helaas niet meer in, omdat mijn visum binnenkort afloopt, maar een paar dagen olifanten wassen en voeren leek me ook al heel nuttig. Het enige dat ik wist was dat het een park is voor mishandelde en gehandicapte olifanten. Ik had eigenlijk weinig idee van het hoe of waarom de dieren mishandeld werden, maar dat werd me bij de introductiefilm in de bus op weg naar het park al duidelijk. Ik moest toen al huilen en ik had nog geen gehandicapte olifant gezien. Alle tamme olifanten (dus of ze nu gebruikt worden voor trekkings, of om boomstammen te verslepen of om achterlijke kunstjes te vertonen) ondergaan op jonge leeftijd een afschuwelijk martelingsprogramma om de olifant mentaal de breken en onderdanig te krijgen. In hokjes gestopt en vastgebonden, geslagen, geprikt en gestoken. Olifantenbabies die verkocht worden terwijl ze nog gezoogd moeten worden, olifanten die blind gemaakt worden om ze minder gevaarlijk te maken, het gaat heel erg ver. 35 olifanten hebben het ‘geluk’ dat ze gered zijn door Lek (de dame die het park opgezet heeft) en als redelijk normale olifant te kunnen leven. Olifanten zijn hele intelligente en sociale dieren en lijken in gedrag heel erg op mensen. Ze vormen leefgroepen, hebben soms een hekel aan elkaar, of juist niet, halen soms grapjes uit (een olifant stal bijvoorbeeld de broek van hun Mahout (=verzorger) terwijl hij in de rivier gewassen werd en rende met die broek in z’n slurf (onbedoelde woordgrap) het hele terrein over achtervolgd door de Mahout in onderbroek). Het is soms net een slapstick.

 olifanten3

olifanten2

olifanten4

olifantenvoeren

olifantwassen

zoe_olifant

De tweede dag dat ik daar was mocht ik met een paar mensen naar Elephant Haven, een stuk jungle in de bergen waar de olifanten in hun natuurlijke habitat mogen rondbanjeren ( het natuurpark zelf waar ze de meeste tijd doorbrengen is vlak). Samen met 11 mensen en de Mahouts van de olifanten sliepen we in een hut zonder electriciteit, bedden of wc. Nouja die was er wel, maar dat was niet meer dan een gat in de grond 20 meter verderop (met een klein katje ernaast die steeds geaaid wilde worden terwijl je zat te plassen). De Mahouts hadden het voor elkaar gekregen om in die hut een avondmaaltijd te bereiden die uit meer dan zes verschillende gerechten bestond! En ’s avonds zongen ze Burmese liederen (alle Mahouts zijn illegalen uit Burma waarvan de familie in refugeecamps woont. Wat een hoop zieligheid toch in de wereld) bij het kampvuur begeleid door fluiten van pvc-buis en een omgekeerde prullenbak als trommel (met wc borstel als trommelstok) (ok, niet heel erg traditionele instrumenten (en ze zongen ook Jingle bells) maar het klonk echt prachtig). De volle maan maakte het helemaal compleet. Ik had me erg verheugd op een nacht vol junglegeluiden, maar helaas werden die overstemd door het gesnurk van een Deense uncle Vernon (Harry Potter) look a like. De volgende ochtend werden de olifanten opgespoord (ze zijn niet heel goed in zich verstoppen) en hebben we oranje sjaals om bomen gebonden om ervoor te zorgen dat ze niet gekapt worden. Oranje is de kleur die de boedistische monniken hier dragen en de bijgelovige Thaien denken dat het ongeluk brengt om een boom met een Monikkensjaal om te hakken. Daarna terug naar het reservaat in een truck gevuld met hooi..

toast

Mahouts maken toast voor ontbijt

hooiwagen

terug in de hooiwagen

Drie dagen olifantenpark en ik wil zelf ook een olifant redden… Het zijn zulke prachtige slimme dieren en het is schandalig dat ze ongestraft gemarteld een uitgebuit worden. In Kanchanaburi (die plaats met de brug over de river Kwai) heb ik een olifant gezien die al 15 jaar aan een ketting ligt en waar je voor 100 bath (2 euro 50) mee op de foto kunt. Als ik het red ga ik aan het einde van mijn trip daar langs en foto’s maken en kijken of het centrum iets voor die olifant kan doen.

Om niet helemaal deprimerend te eindigen: morgen mijn laatste dag in Chiang Mai en dan ga ik een kookcursus doen. En daarna: Laos!

(ben trouwens nu wel op het punt gekomen dat mijn voeten gewoon echt niet meer schoon worden. Goed teken!)

Hondenmode

Drie steden verder inmiddels.. Zit nu in Pai, helemaal in het noorden, echt heel erg relaxed hier. Gisteren wel een hele dag kotsen gehad, maar goed dat hoort er een beetje bij en ongeveer iedereen die ik hier spreek is ziek geweest, zal wel een virusje zijn. Vanochtend ontbeten en mijn toast met gebakken eieren zit nog in mn maag, dus dat gaat de goeie kant op!

Ayuthya was nog erg gezellig. Een dagje naarLopburi geweest, waar een apenfestival aan de gang was. Er wonen zo ongelooflijk veel apen in de stad dat ze eens per jaar speciaal voor hun een feest organiseren. Door de hele stad staan tafels met fruit en groente (ik zag er zelfs winegums en ander snoep tussenliggen) waarop die apen een beetje kieskeurig zitten te zijn. Van heel veel dingen nemen ze een hap enb gooien de rest gewoon weg. Ik heb ook nog nooit zulke dikke apen gezien. Of met zulke roze tepels of zak.

dikke aap met roze tepels

boze aap

check die zak!

De reis naar Lopburi was ook nog best een avontuur. De trein zat zo ongelooflijk vol dat ik soort van half uit de deur moest hangen. En met 100 km per uur..

p1000246

p1000250Op de terugweg was de treinreis nog mooier. We zaten weer in de deur (op zich was dat niet perse nodig, maar ik vond het een stuk leuker daar dan op een stoel binnen). De zon ging langzaam onder en je voelt de wind door je haar wapperen. Toch een beetje jammer dat je zo’n romantisch moment dan deelt met een 49 jarige Duitser die Karl Heinz heet..

’s avonds weer een andere date. (om de een of andere reden kom ik meer mannen dan vrouwen tegen ;-) Ik ging met Andy uit Brighton de lokale keuken proberen. In de Lonely Planet (door veel reizigers ook wel de bijbel genoemd) stond dat het eten in straatkraampjes echt 100 keer lekkerder is dan het eten in restaurants (en een stuk avontuurlijker), dus dat wilden we wel eens zien. Je moet je voorstellen dat je op een nachtmarkt omringd bent met kraampjes met raar eten en geen idee hebt wat er allemaal borelt in de potten en pannen op het vuur. We hadden maar het netste stalletje uitgekozen waar ook een menu bijlag.

p1000270

Hmm, pittige cashewnoten salade, dat leek me wel wat. Vol verwachtig aan een tafeltje gaan zitten met een Chang biertje. Eerst kwam Andy’s eten: rijst met gekruid vlees en daarna werd er een plastic bordje met een berg cashewnoten erop op tafel gezet.. We dachten eerst dat het misschien een sidedish was, want een berg cashewnoten zonder iets erop of eraan, kon toch echt mijn pittige yam (=salade) niet zijn.. Maar helaas, na wat navragen bleek het toch echt wel mijn overheerlijke salade te zijn. Ik heb er maar wat rijst bijgevraagd, maar witte rijst met droge cashewnoten erdoor was toch niet helemaal wat ik me van ‘avontuurlijk straateten’  had voorgesteld.

Een van de leuke dingen aan reizen is dat je niet alleen iets leert over het land wat je bezoekt, maar ook over de landen van de mensen die je onmoet (ik weet bijvoorbeeld nu dat Slovenie de vorm van een kip heeft). Het leek Andy ook een goed moment om wat Urban myths over Nederlanders  bij mij eens na te vragen. Hij vroeg met een heel serieus gezicht of het waar is dat Nederlanders een hele hoge tandarts verzekering hebben, omdat hij had gehoord dat oudere mensen heel veel problemen krijgen met hun gebit omdat de Nederlandse taal van die rare klanken heeft (!). Een ander verhaal dat blijkbaar in de UK rondgaat is dat de Europese standaard voor deurhoogtes aangepast moest worden omdat Nederlanders zo lang zijn (ik wist niet eens dat een europese standaard bestond).

Op de terugweg kwamen we een groepje Thaien tegen die aan het drinken waren op de stoep. Het leek Andy een goed idee om de duidelijk zeer aangeschoten Thaien eens te vragen waarom alle honden in Thailand een t-shirt of ander outfit aanhebben:

p1000274

p1000276

p1000289

Alleen de meest ranzige, met tepels tot op de grond hangende honden schijnen bloot door het leven te mogen gaan. Dus ik dacht dat het iets te maken had met het verschil tussen straathonden en honden met een eigenaar, maar de Thaien zelf zeggen dat het is omdat de honden het anders koud krijgen.. Ja, dat lijkt me ook echt een probleem in een land met overdag 30+ graden.

In ieder geval gaven de dronken Thaien ook zo’n soort antwoord en werden we meteen uitgenodigd om whiskey met ze te drinken.

p1000272

(hmm, op de foto lijken die Thaien wel helemaal kabouters)

Na Ayuthia doorgestoomd naar Chiang Mai. Iedereen roept dat dat zo’n fantastische stad is, maar ik vond er weinig aan. Wel mijn eerste Thaise massage gehad (kruising tussen een massage en erg intense fysiobehandeling. Er kraakte nogal wat en op een gegeven ogenblik zit er zo’n Thais vrouwke met haar volle gewicht op je rug terwijl ze je armen in een hoek van 90 graden naar anchteren buigt..) Was erg interessant. Je krijgt ook een speciaal pakje aan: een soort enorme slobberbroek met bijpassendslobber jasje. Alleen wist ik niet of je wel of geen ondergoed aan moest houden en keek dat meisje een beetje vreemd toen ik uit het pashokje kwam (ik had alles achterstevoren aangetrokken).

Chiang Mai

Chiang Mai

Nu zit ik al een paar dagen in Pai. Echt suuperrelaxed. Prachtig bamboohutje dat uitkijkt over een tuin met hangmatten. Geen flikker gedaan eigenlijk. Heel veel leuke mensen ontmoet. Vrijdag 5 december was de koning jarig en dat betekent helaas dat er geen alcohol geschonken mag worden, dus had iedereen de dag ervoor flink ingeslagen. ’s avonds een groot vuur gebouwd en daar een beetje rond zitten hangen en biertjes of whiskey uit een emmer gedronken. De foto hieronder is iets daarvoor genomen toen we nog bij ons guesthouse zaten.

p1000285

Onthoofde buddha’s en zielige kikkertjes (niet geschikt voor gevoelige lezertjes)

Gisteren in een bus gaan zitten (die verdacht veel naar natte hond rook) om naar de volgende plaats te gaan: Ayuthaya. Deze plaats stond ooit vol met paleizen en tempels verguld met goud, nu staan er vooral onthoofde buddha’s. De Burmezen zijn hier in 17 zoveel binnengevallen en hebben de koninklijke familie afgevoerd, samen met al het goud en dus de hoofden van alle buddhabeelden. Die werden verkocht aan antiekhandelaren las ik ergens. Maar dat is wel een beetje raar aangezien het toen nog geen antiek was, maar gewoon soort van nieuw. Misschien hadden ze een voorzienende blik.

p1000206

Vandaag beetje rondgefietst tussen de ruines dus. Het verkeer is hier overal echt moordend en je moet links rijden (tussen alle bussen, auto’s, tuk tuks, riksja’s en trucks), dus het is best een kunst om zonder kleerscheuren van a naar b te komen. Ik had wel een heel schattig mandje op mn fiets, alleen kun je daar niks inleggen, want dan wordt het gejat zodra je bij een stoplicht stilstaat.

p1000227

De markt hier was ook erg interessant. Ik liep er nietsvermoedend rond om haarspeldjes te kopen, loop ik ineens tussen de afgehakte vissenkoppen, gevilde kippen, nog rondspartelende vissen en dooie kikkers! De stank was echt niet te harden, maar ik vond het een beetje lullig om met mn hand over mn neus te lopen dus ik prbeerde zo opppervlakkig mogelijk adem te halen. Het vlees pleuren ze ook gewoon zo op een of ander houten tafeltje. Lekker in 30 graden. Ik heb er maar niks gegeten. Maar mn haarspeldjes wel gevonden!

p1000239

Ik heb de foto’s er maar niet zo groot ingedaan.. Het kostte me wel moeite om ze te maken hoor. Gatverdamme.

p1000185

p1000182

De laatste avond in het vorige stadje was nog best tof. Ze gingen namelijk het bombardement van de brug over de River Kwai naspelen. Was best goed gedaan moet ik zeggen: een licht en geluidshow compleet met nepjappanners, miniatuurvliegtuigjes en nepbommen. Misselijke lui waren dat trouwens, die Jappen. Ik was hier in een WAR museum geweest en daar werd ik niet vrolijk van. Wel bizar dat die hele licht en geluidshow gesponserd werd door Honda en Yamaha…

Voordat ik in de bus stapte op weg hier heen, was ik op het busstation naar de wc geweest. Dat was de eerste kennismaking met een openbaar (en dus hurk-) toilet in Thailand. Voor de ingang lagen allemaal schoenen en slippertjes, maar ik dacht ja dag, ik ga mooi niet op mn sokken die wc in.. Maar toen zag ik dat andere vrouwen hun slippers of schoenen uitdeden en andere klaarstaande gekleurde slippertjes daarvoor in de plaats aandeden. Ik kon alleen niet helemaal inschatten wat de ‘wc slippertjes’ en wat de gewone schoenen waren dus voor hetzelfde geld ben ik op iemand anders z’n goeie slippers naar de wc geweest…

Nog een ding: het is dus echt waar dat ze hier de ‘r’ niet uit kunnen spreken. Rice wordt dus steevast uitgesproken als ‘lice’ en lemongrass (was ze hier echt overal inflikkeren) staat op het menu als ‘Lemonglass’. Blijkbaar kunnen ze hem niet alleen uitspreken, maar ook niet schrijven.

Het Tijgerverhaal

(als je niet weer een hele lap tekst wilt lezen, moet je even naar beneden scrollen. Daar staat een bericht met foto’s)

De tijgers dus. Ik ben er nog niet helemaal over uit wat ik er nou van vind. Er gaan hier zoveel wilde verhalen de ronde over hoe het er echt aan toe gaat in die Tigertemple…

De Tigertemple zelf was nog niet in zicht, maar ik zag wel al ongeveer 100 mininusjes met toeristen geparkeerd staan, dus ik dacht ‘ah, we zijn er’. ‘Tempel’ is ook niet echt het goede woord, het is eigenlijk gewoon een dierentuin. Ik heb ook maar 2 monniken gezien envolgens mij waren dat ook stiekem toeristen. In een soort steengroeve liggen een stuk om 10 tijgers te maffen en de toeristen worden er voorzichtig bijgezet en dan wordt er een foto van je gemaakt. En ze zetten je met elke tijger op de foto. Wel heel erg spectaculair om een tijger te mogen aanraken en van zo dicht bij te kunnen bekijken, alleen zijn er zo’n 30 andere toeristen met jou op dat moment bezig met het maken van foto’s, dus ik heb maar 1 foto waar niet nog teminste 5 andere toeristen en/of begeleiders met fel gele t-shirts (waarom mochten zij wel geel aan dan?) of kraampjes op de achtergrond staan. Morgen zet ik er wel een foto op om te laten zien hoe het er ‘echt’ uitzag. Maar als ik dat nu al doe, is het niet meer zo indrukwekkend ;-)

Verder gebeurde er niet zoveel. De kleintjes willen nog wel spelen en die rennen een beetje rond (liggen wel aan een ketting of worden ‘uitgelaten’ aan een lijn), maar die grote liggen een beetje te chillen. Er gaan dus allerlei geruchten de ronde dat de tijgers gedrogeerd en heel slecht behandeld worden en zelfs naar China getransporteerd worden en god weet wat er daar met ze gebeurd.. maar goed, ik blijf geloven dat de monniken het beste met ze voor hebben. Je zou toch denken dat een Wildlife organisatie ingrijpt als er iets niet in de haak is en er werken ook westerse vrijwilligers..

Er gebeurde trouwens nog wel iets spannends: er lopen allerlei andere dieren los rond op het terrein. Paarden, zwijntjes en buffels (eten?) en alle toeristen stonden op een moment een beetje foto’s te nemen van een kleine tijger die melk uit een flesje kreeg, slaat een van die buffels opeens op hol en begint als een gek te galloperen waardoor andere buffels ook enthousiast mee gingen doen en een van die buffels rent zo over een meisje heen! Iedereen klom meteen in een boom haha. Was eigenlijk best gevaarlijk. Dat meiske moest ook heel hard huilen..

Foto’s

de slang (sorry voor de crappy kwaliteit)

de slang (sorry voor de crappy kwaliteit)

outfit in de grand palace. Let op de charmante schoenen

outfit in de grand palace. Let op de charmante schoenen

met tijger

met tijger

met baby tijger

met baby tijger

de grote-borsten zeep

de grote-borsten zeep

raar eten in Bangkok
nog meer raar eten

nog meer raar eten

 

echt heel erg raar eten (inktvis volgens mij)

echt heel erg raar eten (inktvis volgens mij)

Ik snap niet helemaal hoe dat werkt met die foto’s. Ik vind t nogal omslachtig, maar waarschijnlijk is er een veeeeel makkelijkere manier om foto’s toe te voegen.. Hier zijn er een paar in ieder geval.

Zweet, muggebulten en tijgers. Oja en een slang

Gisteren per trein van Bangkok naar Kanchanaburi gereisd. Er ging alleen een derde klas trein (houten banken, geen airco, geen ramen), maar dat maakte het alleen maar leuker! Ik was wel een beetje en zwarte piet toen ik uit de trein stapte. Onderweg ge-entertained door Harry (‘arry) en Val die zo uit de cast van Eastenders weggelopen leken te zijn. Dit stadje staat bekend om de brug over de river Kwai (je weet wel, van de film/boek). Heb de brug nog niet bekeken, maar de rivier is erg aanwezig. Ik verblijf in een hutje aan de rivier.

Vanmiddag ga ik naar de Tiger temple. Een boeddistisch klooster dat tien wees-tijgers heeft geadopteerd. Het schijnt dat ze uitgelaten worden aan een lijn en dat je ze kunt aaien! Ik heb wel strenge instucties gekregen qua kleding: ‘no pink, no red, no orange, no yellow’ (schijnen de tijgers nogal enthousiast van te worden) en ‘no sexy!’ (worden de monniken waarschijnlijk nogal enthousiast van) (al werd dat er niet bij gezegd). Ik heb voor de zekerheid ook maar dichte schoenen aangedaan. Mocht er eentje een beetje eng gaan doen, kan ik hem misschien nog en schop verkopen.

Ze zijn hier sowieso nogal van het bedekken van ledermaten. Alhoewel dat alleen maar schijnt te gelden voor toeristen. In Bangkok was ik naar the Grand Palace geweest (veel goud, veel kleurtjes) en daar moest iedereen ook lang spul aan. Ik had netjes een t-shirt met lange mouwen aangedaan (en dat is een hele opoffering in 30 graden) en en driekwartsbroek, werd me verteld dat mijn broek te kort was! En je zag maar 20 cm been! Ze waren onverbiddelijk en ik moest in de rij gaan staan met alle andere toeristen om lange kleren aangemeten te krijgen. Uiteindelijk kreeg ik een rok die ongeveer net zo lang was als mn broek.. En met mijn enorme wandelschoenen eronder was het echt en hele charmante vertoning. Haha, in de grand palace liepen alle toeristen met geleende lange wikkelrokken en sneakers (de vrouwen) of paarse yogabroeken (de mannen) (die nog probeerden stoer te lijken met hun zonnebril). Verder heb ik in Bangkok veel rondgelopen en markten bezocht en uiteraard veel gegeten. Ik denk dat ik maar en Thais mannetje mee naar huis neem om voor mij te koken. Jammer dat ze zo klein zijn. Misschien als ik er twee op elkaar stapel, zijn ze even lang als ik..

Oja en ik heb nog en enorme slang gezien! En dat is een van de weinige dieren waar ik niet zo dol op ben. Hij was echt ENORM. Hij hing in een boom te chillen, midden in een heel druk gebied in Bangkok! Als het me lukt, upload ik wel wat foto’s.

Verder valt me hier in Thailand op dat er nogal wat mannen met make-up rondlopen. Niet van die ladyboys, want daarvan schijn je niet te kunnen zien dat het mannen zijn. Gewoon, mannen met make-up en vrouwenkleren aan. Of alleen make-up. Ja, of het zijn gewoon hele slechte Ladyboys. Dat kan ook. En ze hebben hier iets met borsten. En tanden. Ze verkopen hier alleen opgevulde BH’s en je kunt allerlei vage middeltjes kopen om ze te vergroten (speciale zeep bijvoorbeeld). En op iedere hoek van de straat kun je je tanden laten bleken.

Volgende keer hoor je hoe het avontuur met de tijgers verlopen is.. Ik ga trouwens eerst dit verhaaltje posten en daarna proberen foto’s te uploaden, want er gaat vast iets mis en dan moet ik alles weer opnieuw typen…

Eerste dag!

Nou, daar zit ik dan. In Bangkok. Moet wel stiekem toegeven dat ik pas net wakker ben (het is kwart voor 9 ’s avonds, bij jullie kwart voor 3 ’s middags). Ik heb echt heel hard geprobeerd om wakker te blijven totdat ik echt naar bed mocht, maar na ongeveer 26 uur op te zijn, ging echt het lichtje uit rond 5 uur vanmiddag..

De reis op zich was prima. Ik vloog vanuit Dusseldorf, scheelt echt veeeel geld. Dusseldorf Airport is een soort moslimhoofdkwartier, echt ik zag alleen maar kleine donkere mannetjes met snorren en kleine vrouwtjes met hoofddoekjes (met af en toe ook een snor ;-). En in de Duty-Free winkel zat alles nog in dozen. Eigenlijk was het een soort Aldi-vliegveld. Heb me wel vermaakt hoor, met ‘spot de sextourist’ bijvoorbeeld. Maar goed, iedere oudere man met overgewicht is dan verdacht. (en dat waren er nogal wat).

In het vliegtuig meteen een medebackpacker ontmoet, dus het was erg gezellig. Van slapen kwam toch niet zoveel, rechtop slapen is gewoon toch niet helemaal mijn ding. En natuurlijk moest ik sowieso wel wakker blijven voor een hele nacht Spongebob Squarepants. In het Duits. (Spongebob Schwammkopf)

Bangkok dus. Vandaag eigenlijk voornamelijk rondgehangen met Steffen, de backpacker uit het vliegtuig en nog een meisje uit San Fransisco dat we op straat tegen kwamen. En vooral veel gegeten haha. De Tom Yam (hete kokossoep) is echt super. Echt, elke bacterie die zich in mijn maag bevond op dat moment was na het eten van die soep wel dood. Daarna met een heet bekkie rondgelopen en beetje kraampjes met raar eten bekeken en uitgeprobeerd. Het gebied waar ik zit (samen met ongeveer iedere andere backpacker) heet Banglamphu en bestaat uit een wirwar van kleine steegjes en ienieministraatjes waarvan je steeds het gevoel krijgt dat je bij iemands achtertuin naar binnen wandelt. Ik vroeg me al af waarom de taxi ons niet gewoon afzette in de straat van het hostel, totdat we daar aankwamen en zagen dat er niet echt sprake is van een ‘straat’. Meer een soort achterom met winkeltjes, kraampjes en  eettentjes (nouja, van ‘tentje’ is niet altijd sprake. Zet een plastic tafeltje met dito stoeltjes op straat. Ga er naast staan met een pan of emmer eten en you’re in business). Uiteraard is het hier bezaaid met (straat)honden en katten en af en toe een loslopende haan. Veel groen tussen de kluwenhuisjes en tempels in en vooral erg relaxed.

Maar morgen gaat het echt beginnen! Dan ga ik hardcore de tourist uithangen met bezoekjes aan de reclining Budha en het koninklijk palies. (soort van hetzelfde als het Vrijheidsbeeld gaan bekijken in New York). En vast nog meer lekker eten.