Middeleeuwen met mobieltjes

Heb je net 20 kilometer op een te klein fietsje afgelegd, ben je eindelijk op je bestemming aangekomen (een tempel, wat anders) en wil je net aan je zuurverdiende stokbroodje met banaan (baguettes zijn hier en in Laos overal te krijgen, met dank aan de Fransen) beginnen, staat er onmiddelijk een bedelaar naast je heftig op je broodje te wijzen. Sorry ouwe, maar ik moet ook nog 20 kilometer terug fietsen.. Een banaan kun je krijgen. De bedelaar wenstte niet met een banaan afgescheept te worden, dus zag ik mezelf genoodzaakt te verkassen. Plant ik mijn nog steeds zere reet neer op een ander bankje, zit er binnen de kortste keren op minder dan een meter afstand een aap naar me te gluren! Nouja, naar mn broodje dan. Gdvrdmme. Weer verkassen. En ik had al zo’n honger want tijdens die 20 kilometer kon ik nauwelijks stoppen om een manderijntje naar binnen te werken zonder dat er binnen een paar seconden een half dorp om me heen stond. Eet niet zo prettig..

aap in kwestie

aap in kwestie

uitzicht op de Mekong vanuit de tempel

uitzicht op de Mekong vanuit de tempel

Maar Cambodja is geweldig hoor. Ik ben er nu ruim een week  en de mensen zijn hier supervriendelijk! Echt opvallend. Vooral op het platteland zijn ze heel aardig en vooral ook nieuwsgierig (wat uitmondt in zo’n 100 ‘hello’s’ ‘bye bye’s’ en ‘what’s your name’s’ tijdens een 20 km lange fietstocht). Het landschap is prachtig: plat, veel rijstvelden, palmbomen,  kleine dorpjes met huisjes op palen en ossenkarren.. Het is een beetje alsof je de middeleeuwen binnenfietst, maar dan met mobieltjes en scooters. In mijn eerste stad in Cambodja, Krati, heb ik de fiets gepakt, op de lokale ferry gezet en een eiland in de Mekong rondgefietst. Ik wilde een foto maken van twee vrouwtjes die tomaten aan het plukken waren (ze vinden het allemaal fantastisch om op de foto te gaan), krijg ik allemaal tomaten van ze mee. Half verwacht ik dan dat ze er geld voor gaan vragen, maar nee, het is echt uit vriendelijkheid. Wel effe wennen. En in een piepklein winkeltje (het enige op het eiland) met een piepklein dametje erin, schrokken ze zich rot toen ik ineens stopte om iets te kopen. Dat was niet de bedoeling. Een hoop gegiechel (er zaten allemaal vrouwen bij de winkel. Tis daar niet anders dan hier), maar het is me uiteindelijk toch gelukt om een zakje oneetbare krakelingen, een pakje kauwgom en pinda’s met kokosnootsmaak te kopen. In Krati heb ik trouwens toch nog die zoetwaterdolfijnen in de Mekong gezien.  Het resultaat is wel een setje wazige lochness-achtige foto’s maar ze kwamen wel echt dichtbij. En ok, ik had niet in de 9 dollar kostende boot hoeven gaan zitten (die maar 5 meter van de kant afging) want vanaf de kant had ik ze ook kunnen zien, maar goed.

piepklein winkeltje met groot en klein dametje

piepklein winkeltje met groot en klein dametje

(foto genomen door iemand die waarschijnlijk voor de eerste keer een camera vasthield. Vandaar beetje scheef, beetje wazig)

tomatenvrouwtjes

tomatenvrouwtjes

ferry

ferry

fietsje op ferry

fietsje op ferry

het is echt een dolfijn

het is echt een dolfijn

Na Krati naar Sen Monorom in het oosten. Waar de weg opeens ophoudt te bestaan en de stofwolken in(!) de bus zo heftig zijn dat iedereen met een mondkapje op zit (behalve de onvoorbereide toeristen natuurlijk) en je met een oranje fake-tan en peentjeshaar de bus uitstapt (de aarde is hier oranje-rood). Sen Monorom wordt in de Lonley Planet omschreven als ‘het Zwitserland van Cambodja’ met prachtige meren en groene heuvels. Ik vond het stoffig, kaal (veel boomkap) en vooral erg koud. Moest gewoon een muts op! En mijn hostel was zo ranzig dat ik niks  durfte aan te raken en volgens mij was er brand geweest, want de halve muur was zwartgeblakerd en het stopcontact was weggesmolten. Heb de stekkers er maar voor de zekerheid uitgehaald (ja, want die zaten er nog doodleuk in). Maar goed, dat valt nog mee in vergelijking met het verhaal dat een Tjechische jongen mij vertelde. Hij werd wakker in zijn hostel en toen had er een muis op zijn hoofdkussen gepoept! Tenminste, hij ging ervanuit dat het een muis was… Ben niet zo lang gebleven in Sen Monorom.

Nou, en dan de hoofdstad, Phnom Pen. Mooi hostel, wel met allemaal negers erin om de een of andere reden. Zie nooit negers tijdens het reizen, maar blijkbaar zitten ze allemaal in Phnom Pen. DE manier om je te verplaatsten in PP is achterop een moto. Op iedere hoek van de straat staan mannetjes met hun brommer/motor om je tegen een kleine vergoeding overal heen te brengen. Maar aangezien het verkeer hier echt moordend is (en ik ben echt wel wat gewend) maak ik alleen gebruik van een moto als het echt niet anders kan en anders loop ik liever. Ze rijden namelijk rustig tegen het verkeer in als ze dat in tijd scheelt.

In PP de eerste dag maar meteen wat dingen van mijn lijst afgewerkt: de S21 gevangenis (van de rode Khmer) en de Killing Fields. Sjesus, da’s geen feestje. Eerst word ik bij de ingang van de gevangenis onderschept door een bedelaar die zo ongelooflijk toegetakeld is (volledig verbrand, missend oog), dat ik letterlijk schrik als ik hem zie. Daarna een paar uur lang kijken naar rijen en rijen foto’s van alle gevangenen die door de Khmer Rouge in de S21 gemarteld zijn en later op de Killing Fields (net buiten PP) vermoord zijn. En ze zijn hier niet kinderachtig als het op geweldadige beelden aankomt. Nou ik kon wel een borrel gebruiken na die dag..

Twee dagen uitlaadgassen inademen en bedelaars ontwijken vond ik wel weer genoeg en ben naar Kompong Cham gegaan, waar ik die 2×20 km fietstocht heb gedaan en op een ander eilandje in de Mekong gefietst heb (deze keer liep er een brug van een soort luciferhoutjes naar het eiland..)

ze verzekerden me dat er ook auto's overheen konden..

ze verzekerden me dat er ook auto's overheen konden..

iedereen fietst hier

iedereen fietst hier

Gisteren aangekomen in Kampot in het zuiden van Cambodja (sorry ik ga nu even in sneltreinvaart door de laatste week heen) en hier is het echt geweldig! Een heel rustig mooi dorpje met vervallen Franse koloniale huizen, een schoon hostel voor de verandering en even tijd om op adem te komen. Een trekking gepland naar Bokor Hill station, een spookstadje in de jungle die later door de Khmer rouge gebruikt is. Het verlaten hotel wordt vergeleken met dat uit ‘the Shining’, maar dan met kogelgaten in de muren.. Het is wel 7 uur heuvel-op lopen, maar dat heb ik er zeker voor over!

Ten slotte een foto van een Cambodiaans tankstation..

serieus...

serieus...

Een Reactie op “Middeleeuwen met mobieltjes

  1. Nog geen mijnenzoekers gezien?
    (je gaat toch niet van de gebaande paden af ?!)
    Lfs nikee

Plaats een reactie