Categorie archief: travel

Burma in 26 dagen en 3151 woorden

Reizen is inspirerend, avontuurlijk en soms zelfs adembenemend, maar af en toe vraag je je af ‘waarom doe ik dit eigenlijk?’. Als je bijvoorbeeld achterin in een jeep op een zak aardappelen gedrapeerd ligt met een sjaal om je mond geknoopt tegen de stofwolken terwijl de Burmese versie van “We’re going to Ibiza” van de Vengaboys uit een krakende speaker bleert. Op de bankjes in de jeep kon je niet zitten, want de weg was zo ongelooflijk slecht dat je constant van de zitting af viel of je hoofd tegen het metalen dak stootte. De inwoners van het bergdorpje Namhsan keken op z’n zachts gezegd vreemd op toen er een stoffige jeep met vijf, inmiddels Oempa-Loempa kleurige toeristen binnen kwam rijden. Ik ben serieus in mijn hele leven niet zo goor geweest (en dat is inclusief mijn trekking in Nepal toen ik 5 dagen niet kon douchen). Zie hier de foto’s voor en na:

voor..

voor..

tijdens..

tijdens..

na!

na!

De rit was op z’n zachts gezegd oncomfortabel (een medereiziger dacht zelfs dat ie een hartaanval kreeg door het hevige schudden. Hij had waarschijnlijk een spier verrekt had door het krampachtige vasthouden. Hij bleek nogal een ‘high-maintenance” reiziger te zijn: hij was of misselijk, of moest plassen of dacht dat ie een hartaanval kreeg). Maar de beloning was des te groter: het prachtige dorpje Namhsan is zeer ansichtkaartwaardig. Dat het stadje krioelt van de militairen, dat het waarschijnlijk een opium-imperium is (die twee hebben nogal met elkaar te maken) en dat we gedwongen werden om in een door de overheid gerund hostel te verblijven, deed niks aan de ervaring af. Alle andere guesthouses waren door de overheid gesloten vanwege ‘licence’ problemen. Waarschijnlijk bullshit. Waarschijnlijk wil de overheid gewoon precies weten wie er in het dorpje verblijft en wat ze aan het doen zijn.

Namhsan

Namhsan

uitzicht omgeving Namhsan

uitzicht omgeving Namhsan

a_namhsan2

a_namhsan3

kids in de bergen bij Namhsan

kids in de bergen bij Namhsan. De 'schminck' die je op hun gezichtjes ziet is Tanaka, een soort boomschors die ze hier gebruiken als gezichtsverzorging en zonnebrand.

Burma (of Myanmar, maar ik prefereer Burma, klinkt romantischer) is een prachtig land vol open en gastvrije mensen maar af en toe schemert die duistere kant door het mooie plaatje heen. Het zijn kleine dingen (op de met M-22 patrouillerende militairen na, die zijn niet zo subtiel): Als je op internet je hotmail wil checken krijg je steevast een pagina met ‘access denied’, hetzelfde geldt voor deze blogpagina. (Gelukkig weten ze in de internetcafe’s die blokkades te omzeilen) Ander voorbeeld: In Yangon (de hoofdstad) liep ik nietsvermoedend langs de rivier een straatje in waar wat mensen aan het voetballen waren, beginnen ze te gebaren dat ik niet verder mag lopen. Ik dacht dat ze en grapje maakten, dus ik liep gewoon door, komt er een gast al roepend z’n huis uitrennen: ‘no tourists, no tourists, go, go!’. Ok, ok ik ga al. Geen idee waarom ik daar niet mocht komen, maar er blijken wijken te zijn (en hele delen van Myanmar) waar toeristen niet mogen komen, of alleen met speciale toestemming. Het straatje was nogal armoedig, dus misschien wil de overheid niet dat toeristen dat zien, maar heel Yangon is armoedig. Yangon is een soort Dehli meets oost-Berlijn, een Aziatische oostblokstad. Het schreeuwt vergane glorie: oud-koloniale gebouwen die helemaal door schimmel en uitlaadgassen zijn weggeteerd, straten vol ouwe witte rammelende Toyoya’s (het Burmese Trabantje), kluwen electriciteitsdraden die over de straat hangen en betel-kauwende, longhi-dragende (omslagrok) Aziaten. De stad is chaotisch en doet me vooral denken aan India. Het ruikt er zelfs naar India, maar dat is die gore betel-noot die iedereen op de grond uitspuugt zodat het lijkt alsof er op iedere straathoek iemand vermoord is (de betel-noot is dieprood). Zakjes die hier in de bussen worden uitgedeeld zijn niet om in te kotsen (zoals in Laos) maar om die betelnoot in uit te spugen. Allebei even goor. Vooral als je er naast zit. Dat de Britten Burma decennialang gedomineerd hebben is nog te merken aan een aantal dingen: klokken en telefoons klinken als de Big Ben en het stuur in alle auto’s zit rechts. Het achterlijke is dan weer dat ze rechts rijden net als in Nederland (ingesteld nadat de Britten het land verlieten in 1947) wat inhalen nogal een hachelijke aangelegenheid maakt: stel je voor dat je achter een vrachtwagen rijdt en als bestuurder aan de rechterkant zit en het tegemoedkomende verkeer aan de linkerkant rijdt, dan moet je dus heel ver uitwijken voordat je kunt zien of er iets aankomt (en als je in een bus redelijk voorin zit, kun je dat van dichtbij meemaken).

uitzicht vanuit mijn hotel

uitzicht vanuit mijn hotel

 a_yangon3

winkeltje (alle waren worden opgehangen)

winkeltje (alle waren worden opgehangen)

geschilderde filmposter

geschilderde filmposter

chaos in Chinatown

chaos in Chinatown

Ook moet je vaak je paspoort laten zien. Als je een lange busreis maakt (en busreizen hier zijn per definitie lang: je doet gerust 6 uur over 80 kilometer), kom je bijna altijd langs een checkpoint waar je je paspoort moet laten zien. En dan het liefst ’s nachts als je net je een beetje ingedut bent . Dit wist ik niet en tijdens mijn eerste busreis had ik mijn paspoort ergens in mijn grote backpack zitten die bedolven lag onder tientallen andere tassen en andersoortige bagage. Geen probleem; terwijl iedereen netjes de bus uitging met z’n identificatiepapiertje, moest ik me van de buschaffeur achter een gordijntje verstoppen en reed hij heel hard voorbij de checkpoint. En voila, 1 toerist langs de militairen gesmokkeld.

En er zijn bijvoorbeeld ook geen banken of pinautomaten. Tenminste er zijn wel banken, maar ik weet niet wat voor diensten die verlenen. In ieder geval kun je er geen geld krijgen, of travellerscheques inwisselen. Al het geld (dollars) dat je gaat spenderen tijdens je verblijf in Burma moet je dus fysiek bij je hebben. En van oprollen in een sok of een andere manier van verstoppen is ook weinig sprake want ze zijn hier super pietluttig als het op de staat van de biljetten aankomt: alle dollarbiljetten moeten vrij zijn van kreukels en vouwen en als er een klein scheurtje inzit kun je het wel helemaal shaken. Ik ben in een hotel zelfs om een strijkijzer gaan vragen nadat er weer een briefje van 20 was geweigerd. (hadden ze niet). En dan te bedenken dat hun eigen geld de Kyat (spreek uit chat of chas) vaak te ranzig is om aan te pakken en vaak met plakbandjes aan elkaar zit. Geld wisselen van dollar naar kyat doe je in winkeltjes, hotels, reisbureaus etc. Op straat hoor je constant  ‘moneychange?’ ‘Change money?” ‘good price’ uit de monden van de meest onbetrouwbaar uitziende mannetjes komen. Maar op straat moet je nooit geld wisselen, daar proberen ze met allerlei trucs je geld afhandig te maken.

Een laatste ding dat hier typisch is en volgens de Burmesen wijst op militaire aanwezigheid is dat de electriciteit hier om de haverklap uitvalt. Fijn als je net een heel lang mailtje getypt hebt bijvoorbeeld. En je moet voor het slapen gaan alle schakelaars uitdoen, want als je bent gaan slapen in een powercut kan het zomaar zijn dat midden in de nacht de electriciteit terugkomt en dus alle lampen en de ventilator ineens aangaan. (ik spreek uit ervaring). Maar de powercuts horen hier bij het dagelijkse leven. Overal staan ook genarators en iedereen heeft kaarsen bij de hand. Sommige steden zijn heel berucht om de powercuts: Mandalay en Bagan zijn het ergst. Een film kijken (in Mandalay had ik een tv op mijn hotelkamer!) is dan redelijk frustrerend. Het moet een film zijn met een simpel plot want je mist de helft. 

Maar terug naar de jeepride en Namhsan. De bergen daar verkend met plaatselijke gids Santi. We hadden het geluk een Traditionele Palaung bruiloft te mogen bijwonen (de Palaung zijn een van de 150 etnische groeperingen van Myanmar). Ik mocht mijn eigen kleren aanhouden deze keer. Het verschil met de bruiloft in Cambodja was als tussen dag en nacht: deze bruiloft was heel rustig, er werd geen alcohol gedronken, het hele dorp van aanwezig en ademende een hele traditionele sfeer. En ze hadden vegetarisch eten, dus geen koeiemaag! Het lijkt trouwens wel alsof de mensjes alsmaar kleiner worden. Ik voel me hier in Myanmar alsof ik van een andere planeet kom. Maar dat kan ook te maken hebben met het feit dat ze hier toch minder aan witte mensen gewend zijn, wat het verschil tussen de lokale bevolking en de toeristen des te grote maakt.

a_wedding1

a_wedding22

a_wedding3

a_wedding4

Ik heb het de hele tijd over ‘we’ want ik reis vanaf dag twee samen met een Amerikaan die ik in de bus ontmoet heb. Misschien kan ik beter bij het begin beginnen. Vanuit de hoofdstad Yangon ben ik met de bus naar Kalaw (spreek uit Kalo) in het noorden gereisd. In die bus zat 1 andere witte die eigenlijk een andere bestemming had, maar door mijn enthousiaste verhalen besloot om ook in Kalaw uit te stappen: Steve uit Oregon. Amerikaan ten top: spreekt Myanmar uit als Meeanmaahr ipv Mianmar waardoor de mensen hem meestal niet begrijpen. Heeft ook de neiging om harder te gaan praten als mensen niet zo goed Engels spreken (doet ie ook tegen andere toeristen) (niet tegen mij gelukkig).

Kalaw was een verademing na het chaotische Yangon. Het is een klein dorp in een dal met prachtig uitzicht op de omliggende bergen. Naast die prachtige bergen, een kleurrijke markt en een golfbaan (!) heeft Kalaw ook een grot met ongeveer 800 boeddah’s erin. Het gekke is dat ze hier boeddha’s niet alleen eren met bloemen of kaarsen, maar met felgekleurde knipperende discolichten.

a_kalaw1

a_kalaw2

a_kalaw_markt1

a_kalaw_markt2

 Met Steve heb ik vanuit Kalaw een trekking gedaan van drie dagen naar onze volgende bestemming: Lake Inle. Hele mooie voettocht door de heuvels van de noord-Burma. Onze gids mr. Teth bleek ook een hele kundige kok te zijn en in de primitieve keukentjes van de dorpjes waar we onderweg verbleven, maakte hij de lekkerste gerechten klaar. Vergeet stromend water, gasfornuis, koelkast, aanrecht, eh alles zo’n beetje wat wij in onze keukens hebben. Denk: bamboehutje en een open vuur. Terwijl ik  in de keuken gefascineerd zat te kijken hoe mr.Teth patat voor ons aan het bakken was (had eerlijk gezegd nooit ‘live’ een aardappel in patat zien veranderen) en hem Spaans aan het leren was, probeerde Steve buiten buddy buddy te worden met de locals (rum is een goeie manier), want hij probeerde al dagenlang wiet te scoren (wat uiteindelijk nooit gelukt is). De tweede nacht sliepen we in een Boedistisch klooster. Mr. Teth had beloofd dat we daar ook konden douchen. Wat hij niet had verteld was dat de douche in de open lucht was waar heel toevallig constant een groepje novice-monks (monniken in opleiding in de leeftijd van 10 to 20 jaar) rondhing. Je stond weliswaar in een soort douchehok, (muurtje kwam net tot boven mij decoletee), maar vanuit de juiste hoek, kon je zo naar binnen gluren. Ik had dan ook mijn onderbroek aangehouden. Ik heb sowieso mijn twijfels bij heel wat van die monniken. Ze mogen niet drinken, maar ik zie ze wel steeds roken of die gore betelnoot kauwen (helpt bij het mediteren zeggen ze, maar een monnik met zwarte rotte tanden is toch niet echt spiritueel) en ze eten wel vlees (niet erg boeddhistisch). En in andere landen zie ik ze met iPods of mobieltjes rondlopen..

Van uitslapen in het klooster was geen sprake want om precies 05.00 uur ’s ochtend begonnen de monikken met zingen en bidden. Een hele speciale manier om wakker te worden, wel een beetje aan de vroege kant.

a_trekking1

trekking - Steve en mr.Thet

a_trekking2

trekking - mensen onderweg

trekking - mensen onderweg

a_trekking4

trekking - koken

trekking - koken

a-trekkingkoken2

Onze bestemming Inle lake was ook weer supermooi: een groot meer met er om- en overheen allemaal dorpjes, al dan niet op palen. De vissers hier roeien met hun benen in plaats van hun armen: ze staan op de boeg van hun roeibootje en terwijl ze met hun handen het visnet uitgooien, roeien ze staand op 1 been. Het ziet er een beetje gehandicapt uit eigenlijk. Alsof iemand met een houten been probeert te steppen op een step, maar dan dus een boot.

a_inlelake1

a_inlelake21

a_inlelake3

a_inlelake4

a_inlelake5

a_inlelake6

a_inlelake7

markt op t water

markt op t water

Vanuit Inle lake met de bus naar Mandalay. Grote stad, beroemd om marionetten shows, felblauwe minimazda’s, megaveel boedistische monniken EN in Mandalay heb ik de tea-shop ontdekt. Als je hier rondloopt en een caffeetje of winkeltje ziet met een soort kindermeubeltjes dan heb je de lokale teashop gevonden. Ze (meestal mannen, het schijnt voor vrouwen ‘not done’ te zijn om alleen naar een teashop te komen, staat gelijk aan prostitutie. Uiteraard had ik daar geen boodschap aan) zijn gek op thee. Ze hebben er wel 5 namen voor: een algemene naam, chinese thee, Myanmar thee, sterke thee etc etc. Mijn favoriet is ‘Choseh’ oftewel Myanmar thee: hele sterke thee met heeeeel veel melk en suiker, mierzoet dus. En daar hou ik van. Het liefst gecombineerd met Indiaas gebak (soort borstplaat) of ‘Myanmarchocolate’ (pinda overgoten met palmsugar). Een ander drankje dat ik hier veel drink is de coffeemix: een zakje instantkoffie waar al melk en suiker doorheen gemixed zit. Ook weer lekker zoet. Er komt ook iets meer Zoe terug dan er op reis gegaan is haha.

Mandalay - monk district

Mandalay - monk district

a_mandalay2

a_mandalay3

monnikenwas

monnikenwas

Daarna verder naar het noorden: Hsipaw. Ondertussen was het reisgezelschap uitgegroeid van 2 naar 5 mensen: Steve en ik dus, een Amerikaans stel (waarvan er een de ‘high-maintanance’ reiziger was) en een Burmees uit Mandalay (allemaal te zien op de eerste foto van de jeeptocht). Deze Burmese mr.Htoo was een trishaw (soort rikshaw) driver in Mandalay die bevriend was geraakt met het Amerikaanse stel. Omdat mr.Htoo nog nooit buiten Mandalay geweest was, had het Amerikaanse stel besloten hem 5 dagen op sleeptouw  te nemen en alles voor hem te betalen (inclusief de inkomsten die zijn familie zou moeten missen). Met z’n vijfen hebben we die helse jeeptocht naar Namhsan ondernomen en daarvoor nog in Hsipaw een motorbike trekking gedaan. Nou wisten we vantevoren niet helemaal dat het om een ‘trekking’ ging, en ik heb nu wel al 5 keer op een motorbike gereden, maar helemaal voorbereid op deze rit was ik niet (niemand uit onze groep trouwens). De weg veranderde langzaam van een asfaltweg in een bergpad om uiteindelijk te transformeren in een soort rivierbedding met rotsen. Ben ook niet helemaal ongeschonden uit de strijd gekomen: ik loop nu al 2 weken met een diepe schaafwond op mijn rechteronderbeen rond. En de motor had ik ook een beetje  stuk gemaakt: het laatste uur van de tocht kon ik alleen in z’n 3 rijden en dat is best lastig in de bergen. Maar de ervaring was super! Onze gids heette mr. Bike, maar eigenlijk Muel Weh. Het vage in Burma is dat niemand een achternaam heeft, maar alleen een lange voornaam die aangeeft op welke dag diegene geboren is, of een andere betekenis heeft zoals ‘gouden zonneschijn die alles overwint’ ofzoiets. Meestal zijn die namen te ingewikkeld om te onthouden (in ieder geval voor buitenlanders) en wordt de naam afgekort of veranderd in mr.iets. En dan het liefst iets dat aangeeft wat die persoon doet. Zo had je in Hsipaw waar we de motorbike trekking gedaan hebben een mr.Bike, een mr. Food (van het restaurant) een mr.Book (boekenwinkel) en een mr.Charles (guesthouse, weet niet waarom hij geen mr.Bed heet)

a_motorbiketrekking1

a_motorbiketrekking2

mr Htoo op de motorbike

mr Htoo op de motorbike

Clay op de motorbike

Clay op de motorbike

(in de verte zie je Steve en mr Bike)

(in de verte zie je Steve en mr Bike)

Afscheid genomen van het reisgezelschap en op naar mijn laatste bestemming in Myanmar: trekpleister Bagan. Net als in Cambodja had ik de meest spectaculaire bestemming voor het laatst bewaard en net als in Cambodja was het een van mijn minst favoriete plekken. Waarschijnlijk heeft het deels te maken met het feit dat ik na 4 maanden helemaal uitgetempeld ben, want de tempels, pagoda’s en stupa’s van Bagan konden me niet echt meer boeien. Misschien niet helemaal eerlijk, maar een mens kan maar zoveel boeddha’s aan in een relatief korte tijd. Het landschap vol tempels was wel heel geweldig om doorheen te fietsen, tempels tot aan de horizon, maar zodra je zo’n machtig gebouw binnen ging, was het ‘oh, weer een boeddha’. En dan meestal een lelijk gerestaureerde (lees: helemaal nieuwe, in kleurtjes overschilderde). Bovendien werd je in iedere tempel opgewacht door tientallen souvenir verkopers die zonder uitzondering vroegen ‘hello. Where you from? Want to see nice paintings/postcards/laquerworks/woodcarvings. make good price for you’. En dat serieus zo’n 30 keer op een dag. Op zich wel grappig dat als je “Holland’ zegt, ze meestal een rijtje Nederlandse voetballers opdreunen (Robin van Persie is hier verruit favoriet). Burmezen zijn helemaal gek op voetbal. Hun nationale team is zo ongeveer de slechtste van heel zuid-oost Azie (de overheid wil er geen geld in investeren) maar ze volgen internationaal voetbal op de voet. En ookal is het niveau van hun eigen teams belabberd, als er een binnenlandse wedstrijd wordt gespeeld, zit het stadion vol. Niet om het mooie spel te bewonderen (want dat is er niet), maar om de teams massaal uit te jouwen. De teams bestaan namelijk vooral uit militaire of overheids mensen en het beroerde voetbal is DE uitgelezen kans voor de gemiddelde Burmees om de overheid uit te schelden zonder gearresteerd te worden.

Maar goed, laatste bestemming Bagan was mooi en vooral heet: 42 graden, zandwegen en een ouwe fiets zijn geen goeie combinatie. Maar dus niet spectaculair. Busreis terug naar Yangon was de langste tot dan toe: 16 uur. En om de een of andere reden vertrekken de bussen in Burma op zo’n tijdstip dat je altijd op een belachelijk tijdstip aankomt op de plaats van bestemming. Ik ben een keer aangekomen om 02.00 uur ‘ s nachts, om 04.30 en om 06.00 uur ’s ochtends. Je vraagt je dan af waarom de bus niet gewoon een paar uur later vetrekt zodat je op een wat christelijkere tijd een onbekende stad binnenrijdt.

a_bagan1

a_bagan2

Vanochtend ben ik teruggevlogen naar Bangkok en na 4 weken Burma is het wel weer een verademing (behalve de temparatuur) om in een wat ‘westerse’ omgeving te zijn. Myanmar was echt prachtig, een groot avontuur en heel anders dan de landen die ik tot nu toe gezien heb op deze trip, maar het is wel lekker dat ik hier op straat kan lopen zonder constant aangestaard te worden. Of de weg kan vragen zonder dat mensen heel hard gaan giechelen of je achtervolgen. Of zonder problemen internet op kan. Burma was in vergelijking met de andere landen een stuk harder werken en afzien, maar je krijgt er ook  heel wat voor terug.

Laatste nieuws over olifant Uwan: een team van het Elephant Nature Park gaat deze week naar Kanchanaburi om te kijken wat ze voor de olifant kunnen doen. Ze houden me op de hoogte. Ondertussen bereid ik me voor op een laatste paar weken ultiem relaxen in het zuiden van Thailand.

‘Can you dacing with me?’

Daar sta je dan, op de dansvloer van een Cambodiaanse bruiloft, terwijl 200 man je aan staat te gapen. Of te filmen met een mobieltje. En dat is niet omdat ik zo goed kan dansen. Misschien heeft het iets te maken met het feit dat ik de enige witte ben en minstens een blonde kop boven iedereen uitsteek. Of zou het mijn over-the-top, blauw satijnen,  megaopgevulde strapless jurk met kraaltjes, strikjes en ruchsjes zijn? Het zou ook nog de dikke laag make-up kunnen zijn waar Dame Edna u tegen zou zeggen. Waarschijnlijk een combinatie van al die factoren… Hoe dan ook, ik was de attractie van de dag. (wel een beetje sneu voor de bruid alhoewel die er geloof ik geen problemen mee had). Iedere keer als ik even wilde gaan zitten, kwam er een (meestal erg dronken) Cambodiaan op me af met een briefje ”can you dacing with me’. Ach, moeilijk om daar nee tegen te zeggen. Dus daar stond ik dan weer op de ‘Margarena’ in Khmer, of een Cambodiaans hiphop nummer. Het was al met al een hilarische en hoogst ongemakkelijke ervaring. Hoe ik daar terechtkwam? De mensen in Cambodia zijn zo ongelooflijk vriendelijk en gastvrij dat het raar moet lopen, wil je niet op een bruiloft terechtkomen. Mijn moto-mannetje (soort taxichauffeur op een brommer) vroeg of ik naar de bruiloft van zn nichtje wilde komen. Moet ik dan iets speciaals aan vroeg ik. Nee, dat hoefde niet. Maar toen ik de volgende ochtend in mijn mooiste outfit (relatief gezien dan. Dus spijkerrokje ipv de groene slobberbroek waar ik zo ongeveer in woon) voor hem stond, leek het hem toch een beter idee om maar wat te huren… (en ik had de ergste vlekken nog wel uit mn t-shirt gehaald!) En ik moest ook echt wel wat make-up op, maar dat zouden ze op de bruiloft wel fixen. Nou, en hoe(r). De hele kofferset werd opengeklapt en er werd driftig op mn gezicht geplamuurd. Ik schrok me dood toen ik in de spiegel keek: felblauwe oogschaduw, knalroze lippenstift, rouge, nepwimpers en een soort Bert-wenkbrauwen. De gemiddelde prostituee zou erbij verbleken.. Toen ze met een rokende roestige krultang in de weer wilde gaan (ik kon de verbrande haartjes al ruiken. En ik heb al zo’n karig bosje) heb ik ze met een verschrikt gezicht halt toe kunnen roepen.

met happy bruid en bruidegom en mijn moto-date (links)

met happy bruid en bruidegom en mijn moto-date (en geleende schoenen)

alleen mannen dansen in Cambodja. En ik dus.

alleen mannen dansen in Cambodja. En ik dus.

mijn gescoorde briefjes

mijn gescoorde briefjes

Maar dat was vandaag, in Battambang. En er zijn nog heel wat dagen ervoor waar ik wat over kan vertellen. Kampot bijvoorbeeld, en de trekking naar het spookdorp Bokor Hill. 7 uur berg-op lopen hadden ze me vantevoren verteld. En daar hadden ze helemaal gelijk in, en ook weer 7 uur naar beneden, en dat met een half stokbroodje en een bord rijst op. Het was al een beetje een veeg teken dat er ineens 14 man uit de truck stapten, ipv van de beloofde 6 a 7 man.. Gezellig hoor zo’n grote groep, maar dan moet je wel proviand voor zoveel mensen meenemen. Maar dit is Cambodja he, het land van des-organisatie en miscommunicatie . Eén meisje was wel heel erg optimistisch ingesteld: een berg van 1094 meter beklimmen is toch best lastig in een strapless zomerjurk, handtas en sandaaltjes. Ze is de volgende morgen ook per auto afgevoerd (door onze enige Engels sprekende gids, waardoor de overgebleven 13 man de berg af moest met 2 gidsen die tot geen enkele vorm van communicatie in staat waren). Maar de uren zweten, vloeken en afzien waren het dubbel en dwars waard hoor. Bokor Hill station is op zn zachts gezegd creepy en magisch tegelijk. Een vakantieoord gebouwd door de Fransen in 1921, overgenomen door de Cambodianen in de jaren 50, in 1975 nam de Khmer Rouge er bezit van die er op hun beurt in 1979 na een bloedige strijd van 3 maanden door de Vietnamezen uitgedreven werd. Als je door de afgebrokkelde luxe van het casino/hotel loopt, krijg je het gevoel dat je in de Titanic rondwaardt. De flarden mist die de heuvels opkruipen maken de sfeer compleet. Het is onbeschrijfelijk.

het casino

het casino

het casino in gloriedagen

het casino in gloriedagen

bokor2

postkantoor en op de achtergrond de kerk

postkantoor en op de achtergrond de kerk

uitzicht vanuit casino, in de verte de zee

uitzicht vanuit casino, in de verte de zee

Maarja, een ontbijt van een half stokbrood is toch echt niet genoeg om 7 uur op naar beneden te klauteren. Waar is onze beloofde noodlesoup, vroegen we. ‘Yes sorry no have enough. Maybe we take package and eat dry for lunch’. Ik weet dat Cambodianen toeristen over het algemeen dik vinden (vergeleken bij hun uitgemergelde lichaampjes ben ik zelfs mollig) maar om ons nou op water en brood een berg van een kilomter hoog op en af te laten lopen gaat wel erg ver! Toen we eindelijk in Kampot aankwamen, ben ik meteen met wat mensen appeltaart en brownies gaan eten.

relaxen na afzien

relaxen na afzien

Miscommunicatie en gastvrijheid. Charmante combinatie, en zoooo van toepassing op dit land. Af en toe frustrerend als je informatie wilt. Bijvoorbeeld als je in een natuurpark wil weten hoelang de wandeling ongeveer gaat duren:

ik: ‘so, how long is the walk?’

glimlachende Cambodiaan: ‘yes, how long’

ik: ‘no, I mean, how long is the walk?”

glimlachende Cambodiaan: ‘yes, how long’

ik: ‘no, I mean, how many minutes is it, how long?

nog steeds glimlachende Cambodiaan: ‘yes, how long’

ik: ‘how many minutes? (plus loop-gebaar met hand)

iets minder glimlachende Cambodiaan: ‘…yes?’

Pff, laat maar dan. Ik zoek het zelf wel uit.. Soms is reizen hier één grote assertiviteitstrainig: Wanneer je voor 1 dollar op de moto naar je hostel gebracht wordt en het blijkt op de hoek van de straat te zijn. Of je bestelt seafood met peper en je krijgt een bord groente met drie garnalen. Of je huurt een brommer en er wordt gevraagd om er twee liter benzine in te gooien, terwijl je weet dat je geen volle tank nodig hebt. (“nee, maar dit is een brommer met een vier liter tank, dus twee liter is maar de helft”) (niet dus).

Nog een voorbeeld van Cambodiaanse gastvrijheid: ik was samen met een Nieuwzeelandse gast grotten aan het bekijken vlakbij Kampot, vraagt onze 18-jarige gids of we bij hem thuis willen komen kijken. Na enige twijfel (voor hetzelfde geld hebben zn ouders een souvenirswinkel, of zit er een ander addertje in het rijstveld) stemmen we toe en hebben we een hele gezellige middag op een boerderij ergens midden in de padi-velden doorgebracht. Het halve dorp gluurde zo’n beetje over de heg terwijl wij uit net geplukte kokosnoten zaten te drinken. Als dank heb ik ze mijn kleine minikompasje (sorry Marije!) en een brownie gegeven. Het minikompasje werdt met groot enthousiasme ontvangen. De brownie werd met enige argwaan bekeken en besnuffeld en de 18-jarige gids besloot hem aan zn moeder te geven..

kokosnoten eten

kokosnoten eten

op de fiets door de rijstvelden. Beetje scheef (al fietsend genomen)

op de fiets door de rijstvelden. Beetje scheef (al fietsend genomen)

Jeetje, ik zit alweer op 1065 woorden. En ik heb nog niet eens verteld over mijn eerste keer krab eten (tot ellebogen in de smurrie, compleet met notenkraker om de poten open te breken) (veel werk, weinig eten. Wel erg lekkker). Of mijn ervaring in de sauna (midden in Cambodja, met 4 Denen en drie Engelsen (waarvan er eentje heel erg dronken (de eigenaar/Nick Nolte look-a-like)). Of het enge aapje in de Mangroves van Ko Khong dat geinteresseerd was in onze pinda’s en de moedervlek van mijn reisgenoot (probeerde hij eraf te pulken). Wat ik nog wel moet vermelden is dat ik nu echt permanent ben afgegleden naar de donkere krochten van de vleeschetende mensch.. Mijn excuus is dat het vlees hier scharreliger is dan waar dan ook en het me de kans geeft om veel uit te proberen (gisteren rat gegeten (smaakt naar kip, wat anders)) en vandaag op de bruiloft werd me iets van stukjes koeienmaag voorgeschoteld). Ok, ok, ik ben wel echt hardcore afgegleden…

Middeleeuwen met mobieltjes

Heb je net 20 kilometer op een te klein fietsje afgelegd, ben je eindelijk op je bestemming aangekomen (een tempel, wat anders) en wil je net aan je zuurverdiende stokbroodje met banaan (baguettes zijn hier en in Laos overal te krijgen, met dank aan de Fransen) beginnen, staat er onmiddelijk een bedelaar naast je heftig op je broodje te wijzen. Sorry ouwe, maar ik moet ook nog 20 kilometer terug fietsen.. Een banaan kun je krijgen. De bedelaar wenstte niet met een banaan afgescheept te worden, dus zag ik mezelf genoodzaakt te verkassen. Plant ik mijn nog steeds zere reet neer op een ander bankje, zit er binnen de kortste keren op minder dan een meter afstand een aap naar me te gluren! Nouja, naar mn broodje dan. Gdvrdmme. Weer verkassen. En ik had al zo’n honger want tijdens die 20 kilometer kon ik nauwelijks stoppen om een manderijntje naar binnen te werken zonder dat er binnen een paar seconden een half dorp om me heen stond. Eet niet zo prettig..

aap in kwestie

aap in kwestie

uitzicht op de Mekong vanuit de tempel

uitzicht op de Mekong vanuit de tempel

Maar Cambodja is geweldig hoor. Ik ben er nu ruim een week  en de mensen zijn hier supervriendelijk! Echt opvallend. Vooral op het platteland zijn ze heel aardig en vooral ook nieuwsgierig (wat uitmondt in zo’n 100 ‘hello’s’ ‘bye bye’s’ en ‘what’s your name’s’ tijdens een 20 km lange fietstocht). Het landschap is prachtig: plat, veel rijstvelden, palmbomen,  kleine dorpjes met huisjes op palen en ossenkarren.. Het is een beetje alsof je de middeleeuwen binnenfietst, maar dan met mobieltjes en scooters. In mijn eerste stad in Cambodja, Krati, heb ik de fiets gepakt, op de lokale ferry gezet en een eiland in de Mekong rondgefietst. Ik wilde een foto maken van twee vrouwtjes die tomaten aan het plukken waren (ze vinden het allemaal fantastisch om op de foto te gaan), krijg ik allemaal tomaten van ze mee. Half verwacht ik dan dat ze er geld voor gaan vragen, maar nee, het is echt uit vriendelijkheid. Wel effe wennen. En in een piepklein winkeltje (het enige op het eiland) met een piepklein dametje erin, schrokken ze zich rot toen ik ineens stopte om iets te kopen. Dat was niet de bedoeling. Een hoop gegiechel (er zaten allemaal vrouwen bij de winkel. Tis daar niet anders dan hier), maar het is me uiteindelijk toch gelukt om een zakje oneetbare krakelingen, een pakje kauwgom en pinda’s met kokosnootsmaak te kopen. In Krati heb ik trouwens toch nog die zoetwaterdolfijnen in de Mekong gezien.  Het resultaat is wel een setje wazige lochness-achtige foto’s maar ze kwamen wel echt dichtbij. En ok, ik had niet in de 9 dollar kostende boot hoeven gaan zitten (die maar 5 meter van de kant afging) want vanaf de kant had ik ze ook kunnen zien, maar goed.

piepklein winkeltje met groot en klein dametje

piepklein winkeltje met groot en klein dametje

(foto genomen door iemand die waarschijnlijk voor de eerste keer een camera vasthield. Vandaar beetje scheef, beetje wazig)

tomatenvrouwtjes

tomatenvrouwtjes

ferry

ferry

fietsje op ferry

fietsje op ferry

het is echt een dolfijn

het is echt een dolfijn

Na Krati naar Sen Monorom in het oosten. Waar de weg opeens ophoudt te bestaan en de stofwolken in(!) de bus zo heftig zijn dat iedereen met een mondkapje op zit (behalve de onvoorbereide toeristen natuurlijk) en je met een oranje fake-tan en peentjeshaar de bus uitstapt (de aarde is hier oranje-rood). Sen Monorom wordt in de Lonley Planet omschreven als ‘het Zwitserland van Cambodja’ met prachtige meren en groene heuvels. Ik vond het stoffig, kaal (veel boomkap) en vooral erg koud. Moest gewoon een muts op! En mijn hostel was zo ranzig dat ik niks  durfte aan te raken en volgens mij was er brand geweest, want de halve muur was zwartgeblakerd en het stopcontact was weggesmolten. Heb de stekkers er maar voor de zekerheid uitgehaald (ja, want die zaten er nog doodleuk in). Maar goed, dat valt nog mee in vergelijking met het verhaal dat een Tjechische jongen mij vertelde. Hij werd wakker in zijn hostel en toen had er een muis op zijn hoofdkussen gepoept! Tenminste, hij ging ervanuit dat het een muis was… Ben niet zo lang gebleven in Sen Monorom.

Nou, en dan de hoofdstad, Phnom Pen. Mooi hostel, wel met allemaal negers erin om de een of andere reden. Zie nooit negers tijdens het reizen, maar blijkbaar zitten ze allemaal in Phnom Pen. DE manier om je te verplaatsten in PP is achterop een moto. Op iedere hoek van de straat staan mannetjes met hun brommer/motor om je tegen een kleine vergoeding overal heen te brengen. Maar aangezien het verkeer hier echt moordend is (en ik ben echt wel wat gewend) maak ik alleen gebruik van een moto als het echt niet anders kan en anders loop ik liever. Ze rijden namelijk rustig tegen het verkeer in als ze dat in tijd scheelt.

In PP de eerste dag maar meteen wat dingen van mijn lijst afgewerkt: de S21 gevangenis (van de rode Khmer) en de Killing Fields. Sjesus, da’s geen feestje. Eerst word ik bij de ingang van de gevangenis onderschept door een bedelaar die zo ongelooflijk toegetakeld is (volledig verbrand, missend oog), dat ik letterlijk schrik als ik hem zie. Daarna een paar uur lang kijken naar rijen en rijen foto’s van alle gevangenen die door de Khmer Rouge in de S21 gemarteld zijn en later op de Killing Fields (net buiten PP) vermoord zijn. En ze zijn hier niet kinderachtig als het op geweldadige beelden aankomt. Nou ik kon wel een borrel gebruiken na die dag..

Twee dagen uitlaadgassen inademen en bedelaars ontwijken vond ik wel weer genoeg en ben naar Kompong Cham gegaan, waar ik die 2×20 km fietstocht heb gedaan en op een ander eilandje in de Mekong gefietst heb (deze keer liep er een brug van een soort luciferhoutjes naar het eiland..)

ze verzekerden me dat er ook auto's overheen konden..

ze verzekerden me dat er ook auto's overheen konden..

iedereen fietst hier

iedereen fietst hier

Gisteren aangekomen in Kampot in het zuiden van Cambodja (sorry ik ga nu even in sneltreinvaart door de laatste week heen) en hier is het echt geweldig! Een heel rustig mooi dorpje met vervallen Franse koloniale huizen, een schoon hostel voor de verandering en even tijd om op adem te komen. Een trekking gepland naar Bokor Hill station, een spookstadje in de jungle die later door de Khmer rouge gebruikt is. Het verlaten hotel wordt vergeleken met dat uit ‘the Shining’, maar dan met kogelgaten in de muren.. Het is wel 7 uur heuvel-op lopen, maar dat heb ik er zeker voor over!

Ten slotte een foto van een Cambodiaans tankstation..

serieus...

serieus...

Vlam in de pan

Voordat ik over Laos ga vertellen, eerst nog even mijn laatste avontuur in Chiang mai: de kookcursus. Nou moet ik zeggen dat de kookcursus meer uit eten dan uit koken bestond, maar daar had ik absoluut geen bezwaar tegen. Van tevoren mocht ik een aantal gerechten uitkiezen die ik zou gaan maken. Dit was mijn uiteindelijke lijstje: gebakken pompoen met zoete basilicumbladeren, springrolls (loempiaatjes), kokossoep met garnalen, groene curry, sweet and sour stirfried groenten en sticky rice met mango. Overbodig om te zeggen dat ik best vol zat aan het einde van de dag.. Onze lerares heet Meouw (miauw) (iedereen in Thailand heeft een officiele naam een een nickname, ik hoop voor  haar dat dit haar nickname is) en was een beetje prettig gestoord. Thaien hebben over het algemeen een erg nasale  stem,  maar dit sloeg echt alles. Ze was een soort the Nanny, maar dan Thais (niet in uiterlijk overigens). Komt nog bij dat Thaien Engels spreken zoals doven praten (half woorden inslikken of niet afmaken en af en toe lijkt het alsof ze achterstevoren praten), en ze was heel erg grappig.  Ze zei bijvoorbeeld: “this ingrededient good for energy, men do a lot of boom boom. Not eat too much, then no more boom boom. naaaah” (soort van ‘beeeeh’-geluid van een schaap dat  ze aan het einde (of middenin) een zin maakte). Of: “this good, this make you go to toilet. Then you happy. Go to happy room. Do happy things there. naaaah” (ze noemen hier de wc de happy room) (ik heb trouwens in een guesthouse geslapen dat “Happy house” heette.. Was toch best schoon..)

naambordje in het Thais

naambordje in het Thais

p1000577

 

dit hoort zo

dit hoort zo

En ik heb ze EINdelijk gevonden: gefrituurde kakkerlakken! Op de markt in Chiang Mai lagen ze heel vredig naast de silkworms, maden, sprinkhanen en krekels. Ik ben toch niet zo’n held dat ik ze heb geprobeerd.. Om je een idee te geven van de grootte, ze zijn ongeveer 12 cm lang schat ik zo.

p1000536

Nog 1 laatste dingetje voor ik naar Laos ga: zelfs Ronald mcDonald doet de officiele Thaise begroeting:

p1000585

Ik zit nu al een dag of 4 in Laos. De grensovergang was echt een verhaal dat je alleen hier meemaakt: Vanuit Thailand ben ik de Mekong over gestoken met een bootje en aan de Laos-kant, in Houay Xai, in een klein kantoortje bovenop een zanderige heuvel, heb ik een visum aangevraagd. Dit is normaal gesproken geen probleem, alleen was de meneer die de laatste van de weet ik veel hoeveel stempels moest zetten, naar de kapper. Wachten dus totdat meneer klaar was bij de kapper en dan maar hopen dat hij geen highlights ging laten zetten. Ik was gelukkig niet alleen, er waren nog 2 Duitse jongens die ook aan het wachten waren op hun visum. De beloofde 10 minuten wachten werden een half uur en toen hebben ze de kapper maar gebeld om te vragen of het nog lang ging duren. Uiteindelijk kwam een manneke met een fris kapsel al etend het kantoortje binnenzetten en konden we eindelijk Laos binnen. Wel een beetje lullig dat ik voor mijn visum 5 dollar meer moest dan die Duisters. (zoals ze zelf zeiden: “we messed up Europe, but they still like us here!”)

p1000595

laatste foto van Thailand, genomen vanuit Laos

Ik wilde eigenlijk The Gibbon experience doen (3 dagen aan ziplines door de jungle roetsjen en slapen in boomhutten. En dat alles 50 tot 100 meter boven de grond), maar die zaten helemaal volgeboekt (dan is de prijs die je moet betalen als je je nergens aan vast wil leggen met reserveringen bijvoorbeeld). Dus meteen de slowboat geboekt voor een 2 daagse reis over de Mekong naar Luang Prabang. De slowboat gaat ook echt slow, vandaar dat ie er ook 2 dagen over doet, maar de speedboaten zijn heel erg gevaarlijk omdat de rivier soms heel ondiep of vol rotsen zit. De speedboaten die je ziet zijn ook meestal gevuld met heel angstig kijkende mensen met helm op en zwemvest aan. Het gebeurd namelijk regelmatig dat zo’n speedboot op de rotsen crasht en er wat koppies opensplijten. Ze willen het ook gaan verbieden voor toeristen (slechte publiciteit. Blijkbaar maakt het niet zoveel uit of er wat Laosenen, of hoe je die ook noemt, verzuipen of te pletter slaan) 

De dame van het hostel (door een aantal gasten omgedoopt tot mini-Hitler vanwege haar nogal dwingende manier van doen) had ons al om 9 uur in een tuk tuk naar de boot gezet terwijl die pas om 11 uur (half 12 in Laos-tijd) zou vertrekken. Maar goed ook, want we waren ruim op tijd om beslag te leggen op een comfortabele busstoel, zodat we niet 7 uur op een houten bankje hoefden te zitten (waar de rest van de boot mee gevuld was). In het plaatsje waar we overnachtten (Pak Beng: beperkte electriciteit, ontbrekende riolering ( het water in mijn wastafel stroomde direct in een emmer eronder die ik weer moest gebruiken om de wc door te spoelen) maar wel een heel goed Indiaas restaurant) was iedereen heel vroeg opgestaan om zo’n comfortabele stoel te bemachtigen, alleen toen bleek dat we met een andere boot verder gingen die alleen houten bankjes bevatten haha. Ik hoorde dat ze inmiddels de comfortabele stoelen uit die andere boot hadden gehaald en terug in de bus hadden geschroefd. Weet niet of het waar is, maar hier is alles mogelijk)

zakken rijst worden in de boot geladen

zakken rijst worden in de boot geladen

p1000616

p1000641

Nu ben ik in Luang Prabang. Unesco werelderfgoederen stadje. Al de nodige wats (tempels) bekeken. Vandaag staat het Royal Palace op het programma en ik geloof dat we vanavond met een stel gaan bowlen..

Hondenmode

Drie steden verder inmiddels.. Zit nu in Pai, helemaal in het noorden, echt heel erg relaxed hier. Gisteren wel een hele dag kotsen gehad, maar goed dat hoort er een beetje bij en ongeveer iedereen die ik hier spreek is ziek geweest, zal wel een virusje zijn. Vanochtend ontbeten en mijn toast met gebakken eieren zit nog in mn maag, dus dat gaat de goeie kant op!

Ayuthya was nog erg gezellig. Een dagje naarLopburi geweest, waar een apenfestival aan de gang was. Er wonen zo ongelooflijk veel apen in de stad dat ze eens per jaar speciaal voor hun een feest organiseren. Door de hele stad staan tafels met fruit en groente (ik zag er zelfs winegums en ander snoep tussenliggen) waarop die apen een beetje kieskeurig zitten te zijn. Van heel veel dingen nemen ze een hap enb gooien de rest gewoon weg. Ik heb ook nog nooit zulke dikke apen gezien. Of met zulke roze tepels of zak.

dikke aap met roze tepels

boze aap

check die zak!

De reis naar Lopburi was ook nog best een avontuur. De trein zat zo ongelooflijk vol dat ik soort van half uit de deur moest hangen. En met 100 km per uur..

p1000246

p1000250Op de terugweg was de treinreis nog mooier. We zaten weer in de deur (op zich was dat niet perse nodig, maar ik vond het een stuk leuker daar dan op een stoel binnen). De zon ging langzaam onder en je voelt de wind door je haar wapperen. Toch een beetje jammer dat je zo’n romantisch moment dan deelt met een 49 jarige Duitser die Karl Heinz heet..

’s avonds weer een andere date. (om de een of andere reden kom ik meer mannen dan vrouwen tegen ;-) Ik ging met Andy uit Brighton de lokale keuken proberen. In de Lonely Planet (door veel reizigers ook wel de bijbel genoemd) stond dat het eten in straatkraampjes echt 100 keer lekkerder is dan het eten in restaurants (en een stuk avontuurlijker), dus dat wilden we wel eens zien. Je moet je voorstellen dat je op een nachtmarkt omringd bent met kraampjes met raar eten en geen idee hebt wat er allemaal borelt in de potten en pannen op het vuur. We hadden maar het netste stalletje uitgekozen waar ook een menu bijlag.

p1000270

Hmm, pittige cashewnoten salade, dat leek me wel wat. Vol verwachtig aan een tafeltje gaan zitten met een Chang biertje. Eerst kwam Andy’s eten: rijst met gekruid vlees en daarna werd er een plastic bordje met een berg cashewnoten erop op tafel gezet.. We dachten eerst dat het misschien een sidedish was, want een berg cashewnoten zonder iets erop of eraan, kon toch echt mijn pittige yam (=salade) niet zijn.. Maar helaas, na wat navragen bleek het toch echt wel mijn overheerlijke salade te zijn. Ik heb er maar wat rijst bijgevraagd, maar witte rijst met droge cashewnoten erdoor was toch niet helemaal wat ik me van ‘avontuurlijk straateten’  had voorgesteld.

Een van de leuke dingen aan reizen is dat je niet alleen iets leert over het land wat je bezoekt, maar ook over de landen van de mensen die je onmoet (ik weet bijvoorbeeld nu dat Slovenie de vorm van een kip heeft). Het leek Andy ook een goed moment om wat Urban myths over Nederlanders  bij mij eens na te vragen. Hij vroeg met een heel serieus gezicht of het waar is dat Nederlanders een hele hoge tandarts verzekering hebben, omdat hij had gehoord dat oudere mensen heel veel problemen krijgen met hun gebit omdat de Nederlandse taal van die rare klanken heeft (!). Een ander verhaal dat blijkbaar in de UK rondgaat is dat de Europese standaard voor deurhoogtes aangepast moest worden omdat Nederlanders zo lang zijn (ik wist niet eens dat een europese standaard bestond).

Op de terugweg kwamen we een groepje Thaien tegen die aan het drinken waren op de stoep. Het leek Andy een goed idee om de duidelijk zeer aangeschoten Thaien eens te vragen waarom alle honden in Thailand een t-shirt of ander outfit aanhebben:

p1000274

p1000276

p1000289

Alleen de meest ranzige, met tepels tot op de grond hangende honden schijnen bloot door het leven te mogen gaan. Dus ik dacht dat het iets te maken had met het verschil tussen straathonden en honden met een eigenaar, maar de Thaien zelf zeggen dat het is omdat de honden het anders koud krijgen.. Ja, dat lijkt me ook echt een probleem in een land met overdag 30+ graden.

In ieder geval gaven de dronken Thaien ook zo’n soort antwoord en werden we meteen uitgenodigd om whiskey met ze te drinken.

p1000272

(hmm, op de foto lijken die Thaien wel helemaal kabouters)

Na Ayuthia doorgestoomd naar Chiang Mai. Iedereen roept dat dat zo’n fantastische stad is, maar ik vond er weinig aan. Wel mijn eerste Thaise massage gehad (kruising tussen een massage en erg intense fysiobehandeling. Er kraakte nogal wat en op een gegeven ogenblik zit er zo’n Thais vrouwke met haar volle gewicht op je rug terwijl ze je armen in een hoek van 90 graden naar anchteren buigt..) Was erg interessant. Je krijgt ook een speciaal pakje aan: een soort enorme slobberbroek met bijpassendslobber jasje. Alleen wist ik niet of je wel of geen ondergoed aan moest houden en keek dat meisje een beetje vreemd toen ik uit het pashokje kwam (ik had alles achterstevoren aangetrokken).

Chiang Mai

Chiang Mai

Nu zit ik al een paar dagen in Pai. Echt suuperrelaxed. Prachtig bamboohutje dat uitkijkt over een tuin met hangmatten. Geen flikker gedaan eigenlijk. Heel veel leuke mensen ontmoet. Vrijdag 5 december was de koning jarig en dat betekent helaas dat er geen alcohol geschonken mag worden, dus had iedereen de dag ervoor flink ingeslagen. ’s avonds een groot vuur gebouwd en daar een beetje rond zitten hangen en biertjes of whiskey uit een emmer gedronken. De foto hieronder is iets daarvoor genomen toen we nog bij ons guesthouse zaten.

p1000285

Onthoofde buddha’s en zielige kikkertjes (niet geschikt voor gevoelige lezertjes)

Gisteren in een bus gaan zitten (die verdacht veel naar natte hond rook) om naar de volgende plaats te gaan: Ayuthaya. Deze plaats stond ooit vol met paleizen en tempels verguld met goud, nu staan er vooral onthoofde buddha’s. De Burmezen zijn hier in 17 zoveel binnengevallen en hebben de koninklijke familie afgevoerd, samen met al het goud en dus de hoofden van alle buddhabeelden. Die werden verkocht aan antiekhandelaren las ik ergens. Maar dat is wel een beetje raar aangezien het toen nog geen antiek was, maar gewoon soort van nieuw. Misschien hadden ze een voorzienende blik.

p1000206

Vandaag beetje rondgefietst tussen de ruines dus. Het verkeer is hier overal echt moordend en je moet links rijden (tussen alle bussen, auto’s, tuk tuks, riksja’s en trucks), dus het is best een kunst om zonder kleerscheuren van a naar b te komen. Ik had wel een heel schattig mandje op mn fiets, alleen kun je daar niks inleggen, want dan wordt het gejat zodra je bij een stoplicht stilstaat.

p1000227

De markt hier was ook erg interessant. Ik liep er nietsvermoedend rond om haarspeldjes te kopen, loop ik ineens tussen de afgehakte vissenkoppen, gevilde kippen, nog rondspartelende vissen en dooie kikkers! De stank was echt niet te harden, maar ik vond het een beetje lullig om met mn hand over mn neus te lopen dus ik prbeerde zo opppervlakkig mogelijk adem te halen. Het vlees pleuren ze ook gewoon zo op een of ander houten tafeltje. Lekker in 30 graden. Ik heb er maar niks gegeten. Maar mn haarspeldjes wel gevonden!

p1000239

Ik heb de foto’s er maar niet zo groot ingedaan.. Het kostte me wel moeite om ze te maken hoor. Gatverdamme.

p1000185

p1000182

De laatste avond in het vorige stadje was nog best tof. Ze gingen namelijk het bombardement van de brug over de River Kwai naspelen. Was best goed gedaan moet ik zeggen: een licht en geluidshow compleet met nepjappanners, miniatuurvliegtuigjes en nepbommen. Misselijke lui waren dat trouwens, die Jappen. Ik was hier in een WAR museum geweest en daar werd ik niet vrolijk van. Wel bizar dat die hele licht en geluidshow gesponserd werd door Honda en Yamaha…

Voordat ik in de bus stapte op weg hier heen, was ik op het busstation naar de wc geweest. Dat was de eerste kennismaking met een openbaar (en dus hurk-) toilet in Thailand. Voor de ingang lagen allemaal schoenen en slippertjes, maar ik dacht ja dag, ik ga mooi niet op mn sokken die wc in.. Maar toen zag ik dat andere vrouwen hun slippers of schoenen uitdeden en andere klaarstaande gekleurde slippertjes daarvoor in de plaats aandeden. Ik kon alleen niet helemaal inschatten wat de ‘wc slippertjes’ en wat de gewone schoenen waren dus voor hetzelfde geld ben ik op iemand anders z’n goeie slippers naar de wc geweest…

Nog een ding: het is dus echt waar dat ze hier de ‘r’ niet uit kunnen spreken. Rice wordt dus steevast uitgesproken als ‘lice’ en lemongrass (was ze hier echt overal inflikkeren) staat op het menu als ‘Lemonglass’. Blijkbaar kunnen ze hem niet alleen uitspreken, maar ook niet schrijven.

Foto’s

de slang (sorry voor de crappy kwaliteit)

de slang (sorry voor de crappy kwaliteit)

outfit in de grand palace. Let op de charmante schoenen

outfit in de grand palace. Let op de charmante schoenen

met tijger

met tijger

met baby tijger

met baby tijger

de grote-borsten zeep

de grote-borsten zeep

raar eten in Bangkok
nog meer raar eten

nog meer raar eten

 

echt heel erg raar eten (inktvis volgens mij)

echt heel erg raar eten (inktvis volgens mij)

Ik snap niet helemaal hoe dat werkt met die foto’s. Ik vind t nogal omslachtig, maar waarschijnlijk is er een veeeeel makkelijkere manier om foto’s toe te voegen.. Hier zijn er een paar in ieder geval.

Zweet, muggebulten en tijgers. Oja en een slang

Gisteren per trein van Bangkok naar Kanchanaburi gereisd. Er ging alleen een derde klas trein (houten banken, geen airco, geen ramen), maar dat maakte het alleen maar leuker! Ik was wel een beetje en zwarte piet toen ik uit de trein stapte. Onderweg ge-entertained door Harry (‘arry) en Val die zo uit de cast van Eastenders weggelopen leken te zijn. Dit stadje staat bekend om de brug over de river Kwai (je weet wel, van de film/boek). Heb de brug nog niet bekeken, maar de rivier is erg aanwezig. Ik verblijf in een hutje aan de rivier.

Vanmiddag ga ik naar de Tiger temple. Een boeddistisch klooster dat tien wees-tijgers heeft geadopteerd. Het schijnt dat ze uitgelaten worden aan een lijn en dat je ze kunt aaien! Ik heb wel strenge instucties gekregen qua kleding: ‘no pink, no red, no orange, no yellow’ (schijnen de tijgers nogal enthousiast van te worden) en ‘no sexy!’ (worden de monniken waarschijnlijk nogal enthousiast van) (al werd dat er niet bij gezegd). Ik heb voor de zekerheid ook maar dichte schoenen aangedaan. Mocht er eentje een beetje eng gaan doen, kan ik hem misschien nog en schop verkopen.

Ze zijn hier sowieso nogal van het bedekken van ledermaten. Alhoewel dat alleen maar schijnt te gelden voor toeristen. In Bangkok was ik naar the Grand Palace geweest (veel goud, veel kleurtjes) en daar moest iedereen ook lang spul aan. Ik had netjes een t-shirt met lange mouwen aangedaan (en dat is een hele opoffering in 30 graden) en en driekwartsbroek, werd me verteld dat mijn broek te kort was! En je zag maar 20 cm been! Ze waren onverbiddelijk en ik moest in de rij gaan staan met alle andere toeristen om lange kleren aangemeten te krijgen. Uiteindelijk kreeg ik een rok die ongeveer net zo lang was als mn broek.. En met mijn enorme wandelschoenen eronder was het echt en hele charmante vertoning. Haha, in de grand palace liepen alle toeristen met geleende lange wikkelrokken en sneakers (de vrouwen) of paarse yogabroeken (de mannen) (die nog probeerden stoer te lijken met hun zonnebril). Verder heb ik in Bangkok veel rondgelopen en markten bezocht en uiteraard veel gegeten. Ik denk dat ik maar en Thais mannetje mee naar huis neem om voor mij te koken. Jammer dat ze zo klein zijn. Misschien als ik er twee op elkaar stapel, zijn ze even lang als ik..

Oja en ik heb nog en enorme slang gezien! En dat is een van de weinige dieren waar ik niet zo dol op ben. Hij was echt ENORM. Hij hing in een boom te chillen, midden in een heel druk gebied in Bangkok! Als het me lukt, upload ik wel wat foto’s.

Verder valt me hier in Thailand op dat er nogal wat mannen met make-up rondlopen. Niet van die ladyboys, want daarvan schijn je niet te kunnen zien dat het mannen zijn. Gewoon, mannen met make-up en vrouwenkleren aan. Of alleen make-up. Ja, of het zijn gewoon hele slechte Ladyboys. Dat kan ook. En ze hebben hier iets met borsten. En tanden. Ze verkopen hier alleen opgevulde BH’s en je kunt allerlei vage middeltjes kopen om ze te vergroten (speciale zeep bijvoorbeeld). En op iedere hoek van de straat kun je je tanden laten bleken.

Volgende keer hoor je hoe het avontuur met de tijgers verlopen is.. Ik ga trouwens eerst dit verhaaltje posten en daarna proberen foto’s te uploaden, want er gaat vast iets mis en dan moet ik alles weer opnieuw typen…

Eerste dag!

Nou, daar zit ik dan. In Bangkok. Moet wel stiekem toegeven dat ik pas net wakker ben (het is kwart voor 9 ’s avonds, bij jullie kwart voor 3 ’s middags). Ik heb echt heel hard geprobeerd om wakker te blijven totdat ik echt naar bed mocht, maar na ongeveer 26 uur op te zijn, ging echt het lichtje uit rond 5 uur vanmiddag..

De reis op zich was prima. Ik vloog vanuit Dusseldorf, scheelt echt veeeel geld. Dusseldorf Airport is een soort moslimhoofdkwartier, echt ik zag alleen maar kleine donkere mannetjes met snorren en kleine vrouwtjes met hoofddoekjes (met af en toe ook een snor ;-). En in de Duty-Free winkel zat alles nog in dozen. Eigenlijk was het een soort Aldi-vliegveld. Heb me wel vermaakt hoor, met ‘spot de sextourist’ bijvoorbeeld. Maar goed, iedere oudere man met overgewicht is dan verdacht. (en dat waren er nogal wat).

In het vliegtuig meteen een medebackpacker ontmoet, dus het was erg gezellig. Van slapen kwam toch niet zoveel, rechtop slapen is gewoon toch niet helemaal mijn ding. En natuurlijk moest ik sowieso wel wakker blijven voor een hele nacht Spongebob Squarepants. In het Duits. (Spongebob Schwammkopf)

Bangkok dus. Vandaag eigenlijk voornamelijk rondgehangen met Steffen, de backpacker uit het vliegtuig en nog een meisje uit San Fransisco dat we op straat tegen kwamen. En vooral veel gegeten haha. De Tom Yam (hete kokossoep) is echt super. Echt, elke bacterie die zich in mijn maag bevond op dat moment was na het eten van die soep wel dood. Daarna met een heet bekkie rondgelopen en beetje kraampjes met raar eten bekeken en uitgeprobeerd. Het gebied waar ik zit (samen met ongeveer iedere andere backpacker) heet Banglamphu en bestaat uit een wirwar van kleine steegjes en ienieministraatjes waarvan je steeds het gevoel krijgt dat je bij iemands achtertuin naar binnen wandelt. Ik vroeg me al af waarom de taxi ons niet gewoon afzette in de straat van het hostel, totdat we daar aankwamen en zagen dat er niet echt sprake is van een ‘straat’. Meer een soort achterom met winkeltjes, kraampjes en  eettentjes (nouja, van ‘tentje’ is niet altijd sprake. Zet een plastic tafeltje met dito stoeltjes op straat. Ga er naast staan met een pan of emmer eten en you’re in business). Uiteraard is het hier bezaaid met (straat)honden en katten en af en toe een loslopende haan. Veel groen tussen de kluwenhuisjes en tempels in en vooral erg relaxed.

Maar morgen gaat het echt beginnen! Dan ga ik hardcore de tourist uithangen met bezoekjes aan de reclining Budha en het koninklijk palies. (soort van hetzelfde als het Vrijheidsbeeld gaan bekijken in New York). En vast nog meer lekker eten.